Vooral op latere leeftijd krijgen fietsers te maken met het risico op enkelvoudige ongevallen. Verlies van evenwicht, botsingen met paaltjes en onbedoeld in de berm belanden. Daar om lieten onderzoeker van de universiteit Groningen zo’n 60 vijftigplussers op twee verschillende locaties over een aantal proeftrajecten rijden met verschillende typen kantmarkeringen.
Ze kwamen onder meer verschillende varianten van de gewone witte kantmarkeringen tegen, al dan niet onderbroken en op verschillende afstanden van de graskant aangebracht. Ook lag er een strook met een schuine aflopende troittoirband.
En verder werden bredere strips beproefd op en naast het fietspad. Een versie met een zogenaamde betonprint, met grijs of groen kunstgras naast het fietspad en een versie met witte grit dat òp het fietspad werd aangebracht.
De verschillen tussen de diverse gewone kantmarkeringen blijken klein als je kijkt naar de laterale positie van de fietser. De ene keer ging met wat dichter aan de kant rijden, de andere keer juist wat verder. Soms reed men een beetje sneller, de andere keer juist een beetje langzamer. De onderzoekers durven daarom geen voorkeur uit de spreken voor één van deze oplossingen.
Boven: Strip met betonprint naast het fietspad; onder strip met grit op het fietspad.
Dat ligt anders bij de toepassing van strips. Bij de 50 cm brede strips die naast het fietspad werden aangebracht viel eerst op dat fietsers dichter op de kant gingen rijden, zo’n 11 tot 15 cm. Maar omdat die strips in totaal zo’n 50 cm aan de breedte toevoegen, rijdt men toch verder van de grasrand af. Ook wordt zo de effectieve breedte van een fietspad groter, wat de veiligheid verhoogt.
Bij de 30 cm brede grit-strip op het wegdek ging men juist 8 cm verder van de kant afrijden, vergeleken met een controletraject zonder maatregelen. Die laatste oplossing kreeg ook de nodige bijval van de proefpersonen.
Al met al concluderen de onderzoekers dat de strips naast het pad met betonprint, of strips òp het pad met grit, meestal de voorkeur verdienen. Waarbij de laatste iets minder effectief is, maar wel minder ruimte vraagt.