De fiets is nu eenmaal van nature instabiel en een fietser moet ten allen tijden zijn evenwicht zien te bewaren. Bovendien is een fietser kwetsbaar als er wat mis gaat. Ook speelt mee dat geen twee testritten exact hetzelfde en resultaten zijn daarom vaak niet goed reproduceerbaar. En dat is wel een voorwaarde om wetenschappelijk verantwoord onderzoek te kunnen doen.
De fietssimulatoren die tot toe worden gebruikt zijn meestal gebaseerd op een vaste opstelling van een fiets op een rollenbank. Zo’n opstelling is niet echt realistisch want de fietser hoeft geen moeite te doen om zijn evenwicht te bewaren. Bij de TU-fiets is dat wel het geval. Het geheim zit ‘m in de ‘haptische’ feedback van het stuur. Via een ingenieus mechanisme, aangedreven door een elektromotor en voorzien van sensoren, worden de bewegingen van een fiets zoals die in het echt plaatsvinden gesimuleerd en doorgegeven aan de berijder die al fietsende zijn evenwicht moet zien te bewaren. Daarmee kan het rijden in het echte verkeer waarbij de testpersoon bijvoorbeeld rekening moet houden met andere verkeersdeelnemers in een gesimuleerde omgeving realistisch worden nagebootst.
De wetenschappers van de TU Delft hebben in het laboratorium een proefopstelling gebouwd met een mountainbike, waarbij deze techniek is toegepast. Er is nog wel het nodige werk aan de winkel voordat de simulator breed kan worden toegepast, maar de eerste resultaten laten zien dat meer realistische simulaties op die manier mogelijk zijn.