In een artikel in het Amerikaanse tijdschrift Forbes wordt gesignaleerd dat de nieuwe infrastructuurwet van Biden openingen daartoe biedt. De wet formaliseert de acceptatie van de zogenaamde "vehicle to everything" (V2X)-technologie, die op het eerste gezicht meer veiligheid op de wegen belooft voor voetgangers en fietsers. Er staat in dat er binnen twee jaar een rapport hierover moet liggen. Maar deskundigen waarschuwen dat er ook de nodige negatieve aspecten zitten aan de inzet van dergelijke technologie.
Forbes signaleert dat miljoenen palen en borden al zijn uitgerust met transponders met een laag vermogen, zodat ze kunnen worden gedetecteerd door de huidige met sensoren uitgeruste auto's en de autonome voertuigen van morgen. Het chippen van wegmeubilair en kruispunten is een belangrijk onderdeel van een snelgroeiende nieuwe sector intelligente transportsystemen. ‘De inzet van bakens van infrastructuur naar voertuig is tot nu toe zonder gevolgen geweest - de palen en palen hebben er niets over te zeggen - maar ITS blijkt minder intelligent als ‘lastige’ mensen aan de mix worden toegevoegd.’
Want fietsers en voetgangers blijken tot nu moeilijk om veilig te detecteren, deels omdat het gedrag zich nu eenmaal moeilijk laat voorspellen.
Om die reden werken de auto- en telecommunicatie-industrie in de VS al enkele jaren samen met fietsfabrikanten aan "bicycle-to-vehicle" (B2V)-sensoren.
De World Bicycle Industry Association is volgens Forbes voorstander van een dergelijke ‘beaconisatie’. Immers, connected cars weten dan precies waar gechipte fietsers zich bevinden en botsingen worden daarom vermeden. ‘Het is onaanvaardbaar dat weggebruikers tegenwoordig op de weg zouden kunnen overlijden omdat voertuigen niet met elkaar kunnen communiceren vanwege niet-interoperabele communicatietechnologieën. Vision Zero wordt werkelijkheid, niet door gedragsverandering of harde infrastructuur, maar door technologie.’
Maar in het artikel komt ook een transporthistoricus aan het woord. Alleen iemand met een chip zal worden gezien, vreest hij. ‘Wie er voor kiest om - bijvoorbeeld om economische of privacyredenen - geen beacon te monteren, krijgt de schuld als hij geraakt wordt door een auto met sensoren’, meent Peter Norton, auteur van Autonorama, een nieuw boek dat de potentiële problemen van burgerlijke vrijheid beschrijft waarmee voetgangers en fietsers kunnen worden geconfronteerd door het uitrollen van zelfrijdende voertuigen.
ITS-bedrijven stellen daar tegenover dat de meeste mensen dergelijke technologieën al bij zich hebben, omdat smartphones hun aanwezigheid signaleren met Bluetooth. Maar, stellen anderen, niet iedereen heeft een smartphone. En hoe zit het als de batterij van een smartphone leeg raakt? Of als je vergeten bent de vliegtuigmodus uit te schakelen? Hoe zit het met kinderen die te jong zijn voor smartphones? Moet er in plaats daarvan een transponder in een kledingstuk worden geplaatst? Wat als het kind naar buiten rende zonder zijn baseballpet op te hebben?
Peter Norton: "We beschermen deze niet-uitgeruste fietsers niet wanneer we de andere fietsers hebben uitgerust met chips. En we maken hun situatie tot op zekere hoogte ernstiger omdat automobilisten en wegbeheerders verwachten dat fietsers wel gechipt zijn."
‘Het is niet zeker dat beaconisatie-technologieën voor fietsers en voetgangers ooit mainstream zullen worden. En het onderzoek dat nu is toegestaan in de infrastructuurwet van president Biden kan uiteindelijk tot de conclusie komen dat, om een toekomst voor zelfrijdende auto's mogelijk te maken, het dwingen van voetgangers en fietsers om transponders of soortgelijke technologie te dragen, niet iets is dat een democratische samenleving zelfs maar zou moeten overwegen’, besluit het artikel in Forbes.