Op veel snelwegen werd niet harder gereden dan 50 kilometer per uur, en in de bebouwde kom nog langzamer.
Een dag later waren de snelwegen echter al weer zwart, terwijl in sommige gemeenten de sneeuw nog glad en glanzend op straat lag.
“Voor de individuele verkeersdeelnemer natuurlijk heel vervelend, maar we zijn in Nederland nogal verwend. En er wordt nogal snel geklaagd. De wegen moeten hier zwart zijn, is wat onterecht de gedachte. Terwijl wij het goed voor elkaar hebben. Ook in vergelijking met omliggende landen", zei Marc Eijbersen van CROW tegen het AD, toen het dagblad onderzoek deed naar de oorzaak hiervan.
Zij zagen dat er tussen verschillende gemeenten grote verschillen waren omtrent gladheidsbestrijding. Zo kon er tot aan de gemeentegrens van Maasdriel amper gefietst worden, terwijl de wegen in de omliggende gemeenten wel ontdaan waren van sneeuw.
Dit soort ‘gemeentegrens-voorbeelden’ werden ook gevonden tussen Goirle en Tilburg en tussen Bernheze en Oss.
Paraat staan
Marc Eijbersen legt in het AD uit dat deze verschillen door meerdere oorzaken kunnen ontstaan: “Gemeenten zijn autonoom en kunnen zelf keuzes maken over welke wegen wel of niet zwart moeten worden. Ook is gladheidsbestrijding vaak een kwestie van geld. Strooimachines bijvoorbeeld worden bij gemeente A eerder vervangen dan bij gemeente B." Al zegt Marc Eijbersen dat veel gemeenten wel paraat staan voor sneeuw- en gladheidsbestrijding.
Dat de snelwegen er wel snel weer ‘zwart’ bijliggen, komt doordat Rijkswaterstaat goed voorbereid de winter in gaat. Zij hebben beschikking over 546 strooiwagen en 350 sneeuwploegen. Daarnaast zijn er 800 chauffeurs en 400 mensen voor de coördinatie en het laden van de strooiwagens.
Lees het artikel in het AD