Een bericht op fietsberaad.nl over het opvoeren van elektrische fietsen in België en Duitsland leidde tot Kamervragen van Maurits Von Martels. Hij vroeg de minister in kaart te brengen hoe groot het probleem in ons land is en wat de oorzaken zijn van het illegaal opvoeren van e-fietsen.
Navraag bij de branche leert dat zij geen betrouwbare data hebben, aldus Van NIeuwenhuizen. Ook vanuit de registratie van ongevallen waarbij elektrische fietsen betrokken waren, is niet af te leiden bij hoeveel ongevallen er sprake was van opgevoerde e-bikes.
‘Een van de redenen is dat niet eenvoudig is vast te stellen of sprake is van een opgevoerde e-bike. Er zijn verschillende technieken waarmee de maximumsnelheid voor de trapondersteuning
softwarematig kan worden verhoogd. Niet al die aanpassingen zijn door de politie uit te lezen. In alle gevallen en dus ook na een ongeval zou een rijproef nodig zijn om een overschrijding van de toegestane maximumsnelheid van de e-bike vast te stellen. Voorzichtige schattingen suggereren echter niet dat het hier om een grootschalig probleem gaat.’
Toch is er vraag naar en zijn opvoersetjes legaal te koop. Het verkopen van opvoersetjes is binnen Europa echter niet te verbieden – zo blijkt uit jurisprudentie van het Europese Hof – omdat het opvoeren zelf niet verboden is, zo stelt de minister.
‘De redenen die gegeven worden waarom een e-fiets wordt opgevoerd, is dat de eisen die gelden voor de speed pedelec - zoals helmplicht, niet op het fietspad mogen rijden en een kentekenplicht - mensen ertoe kunnen verleiden net iets harder te willen rijden op het fietspad met een opgevoerde e-bike omdat deze regels niet gelden voor de gewone e-bike.’