Beide maatregelen vergroten de totale afstand tot de berm, zij het niet op dezelfde manier. Frank Westerhuis concludeert dat op basis van onderzoek dat hij deed voor zijn promotie aan de Universiteit Groningen. Voor dat onderzoek (Advancing the Age of Cycling) [open access] keek hij onder meer naar mogelijke maatregelen die de veiligheid van oudere fietsers kunnen verbeteren.
Hij onderzocht om te beginnen met behulp van camera’s op de fietsen door welke omstandigheden oudere fietsers in de problemen komen. Dat onderzoek bevestigde dat het vaak gaat om obstakels, onregelmatigheden in de verharding van fietspaden (bijvoorbeeld gaten en scheuren), scherpe bochten, hellingen, en beperkte ruimte. Maar ook gedragingen van andere fietsers kunnen aanleiding vormen tot ongevallen.
Aan de hand van videofragmenten die aan de deelnemers werden getoond, bekeek hij of het mogelijk is om met succes het gedrag van andere fietsers te voorspellen op basis van alleen visuele aanwijzingen. Maar daarbij bleek dat het bijvoorbeeld moeilijk is de richting te voorspellen die een voorliggende fietser kiest. Tenzij deze zijn hand uitsteekt. Maar omdat het uitsteken van de hand mogelijk een negatief effect heeft op de balans van oudere fietsers, is er wat voor te zeggen om hulpsystemen voor op de fiets te ontwikkelen die het mogelijk maken om duidelijke, expliciete signalen te tonen aan andere weggebruikers over de intenties van de fietser, stelt Westerhuis. Hij onderzocht ook zelf enkele van die systemen en zag dat oudere fietsers wel geïnteresseerd zijn in voorzieningen als richtingaanwijzers en remlichten op de fiets. Een aantal fietsfabrikanten, zoals Amslod, Cowboy en Kalkhoff, is hier overigens al mee aan de slag.
Maatregelen die tot doel hebben de fietser meer afstand te laten houden tot de berm waren een belangrijk onderzoeksthema.
Wat in ieder geval niet werkt, zijn virtuele driedimensionale blokken langs de rand, die een fietser normaal gesproken zou willen vermijden. Op basis vaste camera observaties en observaties vanaf de fiets bleek dat de blokken niet effectief waren voor het beïnvloeden van de afstand tot de berm.
Wat beter werkt zijn bermstroken en kantstroken. De kantbelijning liet wel wat wisselende resultaten zien. Vaak gaan fietsers juist wat verder van de kant af rijden. In tegenstelling tot bermstroken, waardoor fietsers dicht bij de kant gaan rijden. Westerhuis vindt beide oplossingen effectief: ‘Hoewel de effecten van de kantstroken en bermstroken tegenovergesteld lijken te zijn, blijken de implicaties voor veiligheid vergelijkbaar. Omdat de bermstroken tussen het fietspad en de berm zijn geplaatst en de kantstroken onderdeel zijn van de fietspadverharding, vergroten beide maatregelen de totale afstand tot de berm. Wat de fietssnelheid betreft werd er significant langzamer gefietst in zowel de berm- als kantstrook condities, vergeleken met de controlecondities. Deze bevindingen tonen aan dat de ruimte op het fietspad efficiënter gebruikt wordt terwijl een bufferzone ervoor kan zorgen dat het betreden van de berm wellicht wordt voorkomen. Hierom wordt geconcludeerd dat berm- en kantstroken geschikte maatregelen zijn om de veiligheidsmarges van oudere fietsers tot de berm te vergroten.’