Zowel bij daglicht als in het schemerdonker detecteren automobilisten fietsers met een achterlicht -  continu brandend of knipperend - beter dan fietsers zonder achterlicht, constateren de onderzoekers. Ook schatten ze de afstand tot de fietser beter in als die een achterlicht heeft en hebben ze meer vertrouwen in hun eigen schatting. Bij een knipperend achterlicht schatten ze de afstand het beste in en hierbij is er geen onderscheid tussen een regelmatig knipperend achterlicht en een zogenoemd reactief knipperend achterlicht. Deze neemt met een sensor veranderingen in de omgeving waar, zoals een achteropkomende auto, en gaat daarop sneller en met grotere lichtintensiteit knipperen. Hoewel het wel de bedoeling is van deze technologie, vallen fietsers hiermee volgens het onderzoek dus niet meer op dan fietsers met een regelmatig knipperend achterlicht.


Foto: Deelnemer aan het experiment (Bron: Bishop et al. (2024))

Het onderzoek bestond uit twee experimenten waarin 32 ervaren automobilisten meerdere filmpjes te zien kregen, opgenomen vanuit het oogpunt van de bestuurder bij daglicht en in het schemerdonker. In het eerste experiment moesten ze door het indrukken van een schakelaar zo snel mogelijk aangeven of ze wel of geen fietser in beeld zagen. In het tweede experiment moesten ze de afstand van de voorkant van de auto tot de achterkant van de fietser inschatten en daarbij aangeven hoe groot hun vertrouwen in deze schatting was. De fietsers in de filmpjes hadden een continu brandend achterlicht, een regelmatig knipperend achterlicht, een reactief knipperend achterlicht of geen achterlicht.
 
De resultaten van het onderzoek, dat vooral relevant is voor situaties waarin automobilisten en fietsers de weg delen, zijn in januari 2024 online gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Accident Analysis and Prevention.