De toekomst van fietsparkeren bij stations
De vraag naar fietsparkeerplekken bij treinstations is de afgelopen jaren flink toegenomen en de verwachting is dat deze de komende decennia nog zal blijven stijgen. Bij grote stations is de vraag bovengemiddeld groot terwijl daar de ruimte het meest schaars is. Daarnaast zijn er steeds meer fietsen die niet in een standaard fietsenrek passen, zoals e-fietsen en bakfietsen.
Rik Schakenbos en Danique Ton van NS Stations willen met hun paper een discussie starten over hoe het beleid eruit zou moeten als blijkt dat men tegen de grenzen van de uitbreiding van het aantal fietsparkeerplekken aanloopt. Daarbij stellen ze de vraag of er niet nu al moet worden bijgestuurd. Mogelijke maatregelen zijn bijvoorbeeld het stimuleren van lopen voor reizigers die binnen 1 km van het station wonen en nu de fiets nemen, het stimuleren van fietsen voor reizigers die binnen 3 km wonen en nu de auto nemen – de vrijgekomen parkeerplaatsen kunnen plaats bieden aan fietsparkeren – en het betalen naar stallingsduur en/of ruimtebeslag van een fiets.
 
Prognose OV-fietsgebruik
Om betere prognoses te kunnen maken van het OV-fietsgebruik hebben Bas Pluister (NS Netwerkontwikkeling & -Ontwerp), Jeroen Steenbakkers (Argaleo) en Jeroen van den Heuvel (NS Stations) gebruikers van de OV-fiets en hun bestemmingen in kaart gebracht met een zogenoemde Urban Digital Twin. Dit is een digitale weergave van de fysieke infrastructuur die realtime gegevens verzamelt om een actueel beeld te geven van de stedelijke omgeving. Je kunt hiermee beter begrijpen hoe een stedelijke omgeving functioneert, en verschillende scenario’s simuleren en testen.
Uit de modelstudie op basis van een enquête onder OV-fietsgebruikers blijkt dat gebouwen die op 1150-3800 meter van een station liggen, een relatief grote oppervlakte hebben en/of een functie hebben voor bijeenkomsten, gezondheid, industrie, kantoren, logies, onderwijs en sport een grote kans hebben om bestemming te zijn van een OV-fietsrit.
 
Fietshub
Steeds meer steden voeren een autoluw beleid, waarin parkeren in centrumgebieden duurder wordt en automobilisten worden verleid om verder van hun bestemming te parkeren en over te stappen op een andere vorm van vervoer. Meestal denkt men hierbij aan ov, maar de (deel)fiets is ook een optie.
In opdracht van Rijkswaterstaat heeft Studio Bereikbaar een analyse gemaakt van de directe overstap van de auto naar de fiets. Hieruit blijkt dat er in steden met meer dan 100.000 inwoners potentie is voor een fietshub – een hub waar autogebruikers onder meer op de fiets kunnen overstappen. In grote steden is de fiets vaak sneller dan ov of de auto.  
Er is daarnaast een methode ontwikkeld om de beste locaties voor fietshubs te vinden, gebaseerd op huidige overstappunten van auto naar ov, veelvoorkomende bestemmingen, reistijden per fiets, bestaande fietsroutes en mogelijke verbeteringen aan het fietsnetwerk.
 
Overige bijdragen
Op het CVS werden op fietsgebied verder nog bijdragen gepresenteerd over de resultaten van het BITS project (Bicycles and Intelligent Transport Systems), de City Deal Fietsen, de Fiets Peloton Module, de integratie van Hybrid Oriented Development en fietsnetwerkdenken en het Fietsservicepunt.