Verder met de e-fiets

  • Soort:Artikelen Fietsverkeer
  • Auteur:Otto van Boggelen - Fietsberaad en Jolanda van Oijen - XTNT
  • Uitgever:Fietsverkeer 32
  • Datum:20-05-2013
Omdat er in de huidige statistieken nog geen onderscheid wordt gemaakt tussen e-fietsen en ‘gewone’ fietsen, weten we nog niet zo heel veel over de elektrische fiets. Maar via omwegen komt er toch steeds meer informatie boven tafel. Bijvoorbeeld op basis van de data die de fietscomputers van de e-fietsen verzamelen. Die geven een goede indicatie van de afstanden die e-fietsers rijden en met welke snelheid ze dat doen. Aangevuld met markt- en andere informatie wordt het beeld van de e-fietser zo

 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Fietsers fietsen aanzienlijk verder met een elektrische fiets. Je ziet dat vooral in het woon-werkverkeer en bij 'voormalige automobilisten'. Een e-fietsbezitter legt volgens de gegevens uit de fietscomputers gemiddeld 31 kilometer per week af op de e-fiets. De bezitters van gewone fietsen leggen volgens het OviN aanzienlijk minder kilometers af, gemiddeld zo’n 18 per week. Het verschil is ongeveer een factor 1,7. Hier kun je echter niet zonder meer uit concluderen dat de mensen die een e-fiets hebben gekocht 70 procent meer gaan fietsen. Het lijkt waarschijnlijk dat de kopers van een e-fiets sowieso al fietsminded zijn en meer fietskilometers maakten dan de gemiddelde bezitter van de gewone fiets. En dat ze de overstap naar de e-fiets maken om lichamelijke beperkingen te compenseren. Alle e-fietsers samen leggen in Nederland 1,3 miljard km per jaar af. Dat is tien procent van het totaal aantal gereden fietskilometers per jaar. Bij de jongeren (onder de 46 jaar) is het aandeel van de e-fiets op de totale vervoerprestatie van de fiets bijna verwaarloosbaar. Slechts 2 procent van de fietskilometer betreft e-fietskilometers. Dat ligt heel anders bij de oudere groepen. In de leeftijdsgroep boven de 60 jaar wordt een kwart van alle fietskilometers gemaakt op een e-fiets. Hetzelfde geldt ook voor vrouwen van middelbare leeftijd. Indrukwekkende cijfers als in ogenschouw wordt genomen dat dit marktaandeel in een jaar of vijf gerealiseerd is. Voor het verbeteren van de bereikbaarheid zijn vooral feiten over het gebruik van de e-fiets in het woon-werkverkeer interessant. Nog maar een klein deel van de Nederlandse forenzen (circa 5 procent) beschikt over een e-fiets. Uit de beperkte beschikbare onderzoekgegevens valt af te leiden dat de gemiddelde woon-werkafstand van e-fietsers ongeveer twee keer zo groot is als voor de gewone fietsers. Verder blijken gewone fietsers die (met subsidie) een e-fiets aanschaffen circa 60 procent verder van hun werk te wonen dan de gemiddelde fietsforens. Autoforenzen die (met subsidie, voor een deel van de tijd) een e-fiets aanschaffen, hebben een woon-werkafstand die 2,5 keer zo groot is als de gewone fietser. Dat laatste is opmerkelijk omdat ook op de korte afstanden (<7,5 km) ook nog veel forenzen gebruik maken van de auto. Deze autoforenzen zijn kennelijk minder snel geneigd over te stappen op de e-fiets. Een mogelijke verklaring is dat de e-fiets momenteel een aantrekkelijk alternatief is voor autoforenzen die graag zouden willen fietsen, maar die de afstand te groot vinden. Voor autoforenzen op de korte afstanden spelen andere bezwaren een rol, die niet opgelost worden met de elektrische ondersteuning, zoals bagage, kinderen naar school brengen, imago van de fiets, enzovoort. Over de vraag hoeveel nieuwe e-fietsforenzen de overstap maakten vanuit de auto, lopen de resultaten van de verschillende onderzoeken uiteen van 39 procent tot 65 procent. Dat heeft mogelijk te maken met de manier waarop campagnes zijn gevoerd en subsidies zijn ingezet. Wel blijkt dat e-fietsforenzen die uit de auto komen minder frequent de e-fiets gebruiken. Ze blijven voor een deel van de woon-werkritten de auto gebruiken. De behoefte aan parkeerruimte bij bedrijven zal daardoor minder sterk afnemen dan bovenstaande overstappercentages suggereren. E-fietsforenzen die uit de auto komen hebben wel een aanmerkelijk langere woonwerk-afstand. Als het gaat om het aantal vermeden autokilometers compenseert dat (deels) de lagere frequentie. Dit is onder andere van belang voor de effecten op congestie, uitstoot en de gezondheid.

Relevantie

Scroll naar boven