Haar onderzoek richtte zich op de karakteristieken van buslijnen en de omgevingsfactoren die van invloed zijn op het gebruik en functioneren van de bus. Ze vergleek onder meer traditionele buslijnen met R-Net lijnen. Met als opvallende conclusie dat dat het fietsaandeel zowel in het voor als natransport aanzienlijk hoger ligt bij de R-Net lijnen. Een verklaring zou kunnen zijn dat mensen langere fietstrips accepteren omdat het R-Net meer te bieden heeft qua snelheid en frequentie, aldus de onderzoekster die verder constateert dat er nog veel winst valt te boeken in de fiets-ov keten.
Snellere busverbindingen. Het is één van de factoren die van invloed zijn op het functioneren van ‘de keten’, naast bijvoorbeeld de stallingsmogelijkheden bij de halte, de routes naar de stalling, marketing en prijsprikkels, enzovoort.
De opdracht van de Ketenploeg is om te onderzoeken hoe je de winst die te behalen is met fiets als voor- en natransport in de keten kan optimaliseren. Ze wil dat onder meer doen door de verschillende opties te onderzoeken in de praktijk. Regio’s met plannen voor verbetering van de fiets-ov of fiets-auto keten kunnen zich tot 1 april aanmelden als proefregio bij de ploegbegeleider Otto van Boggelen.