KiM verwacht 132 procent meer e-fietskilometers in 2028

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:15-11-2023
In 2022 legden Nederlanders 17,9 miljard kilometer af op de fiets, dat is 13 procent meer dan in 2021 en 8 procent meer dan in 2012. Het aantal e-fietskilometers steeg sinds 2021 met 29 procent. Dit blijkt uit de cijfers van het tweejaarlijkse Mobiliteitsbeeld, opgesteld door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM).

In het Mobiliteitsbeeld 2023, dat op 14 november verscheen, analyseert het KiM de mobiliteitscijfers van de afgelopen tien jaar, en raamt het de ontwikkeling van de mobiliteit in de komende vijf jaar. De fiets is een van de modaliteiten waarvoor de cijfers zijn samengevat in het onderdeel personenmobiliteit.
 
Kilometers
Het aantal fietskilometers in 2022 is met 17,9 miljard vrijwel gelijk aan het niveau van 2019, terwijl het aantal kilometers met auto en ov nog steeds onder het niveau ligt van voor de coronapandemie. Nederlanders legden in 2022 ongeveer 1050 km per persoon af op de fiets, waarvan ongeveer 400 met de elektrische fiets. Voor de gewone fiets steeg de afstand met 4 procent sinds 2021 en voor de e-fiets met 29 procent.


Ritten
Het totale aandeel fiets in het aantal ritten is met 27 procent gelijk gebleven ten opzichte van 2012, maar het aandeel e-fiets is gegroeid van 1 naar 7 procent en dat van de gewone fiets gedaald van 26 naar 20. Dit aandeel verschilt naar sociaaleconomische achtergrond, zo fietsen Nederlanders met een migratie minder maar lopen ze meer, en fietsen mensen uit een huishouden met een laag inkomen relatief vaker.
Nederlanders fietsten in 2022 minder vaak dan in 2019 maar legden wel grotere afstanden af per rit.
Een gemiddelde e-fietsrit was 5,6 kilometer lang, tegen 3,2 kilometer voor de gewone fiets. Een gemiddelde rit naar onderwijs met een e-fiets was 7,4 km tegen 2,9 km voor de gewone fiets.
 
Vrije tijd
Nederlandse fietsers leggen de meeste afstand af voor vrijetijdsbesteding. Deze afstand is sinds 2019 gestegen, net als de afstand voor winkelen en overige doeleinden. Voor werk en onderwijs legden Nederlandse fietsers minder afstand af dan in 2019. Men gebruikt de e-fiets relatief vaker voor winkelen, woon-werkverkeer en overige verplaatsingen en relatief minder vaak voor onderwijs. In het onderwijs is de toename van het aandeel e-fiets wel het grootst: 2,5 keer zo hoog als in 2019.  
 
Jongere e-fietsers
Nederlanders van 60 jaar en ouder leggen meer dan de helft van hun fietskilometers af op een e-fiets. De laatste jaren neemt het aandeel e-fiets onder jongeren echter veel sneller toe dan bij ouderen, onder 12-24 jarigen is het aantal e-fietsers bijna verdrievoudigd sinds 2019 terwijl de toename onder 70-plussers 18 procent was.
 
Leiden
Van de 24 grootste gemeenten heeft Leiden het grootste aandeel fietsverplaatsingen met 44 procent van het totaal aantal verplaatsingen in de stad, Utrecht heeft met 42 procent het grootste aandeel van de vier grote steden en Rotterdam met 26 procent het kleinste.


 
Nabije toekomst
Voor 2023 verwacht het KiM dat het totaal aantal fietskilometers 7,5 procent hoger is dan in 2019 en in 2028 twintig procent hoger. De groei komt vooral door de elektrische fiets: daarvan is de verwachting dat het aantal fietskilometers met 132 procent ruim verdubbelt ten opzichte van 2019. Het gebruik van de gewone fiets zal juist met 15 procent dalen en vanwege de opmars van de elektrische fiets verwacht het KiM dat het gebruik van de gewone fiets nooit meer boven het niveau van 2019 uitkomt.
 
Mobiliteitsbeeld
Het Mobiliteitsbeeld 2023 biedt naast de cijfers over fietsen inzicht in de ontwikkelingen van alle andere modaliteiten, de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefomgeving en uitgaven die burgers en bedrijven doen aan mobiliteit.
 

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

KiM verwacht 132 procent meer e-fietskilometers in 2028

Scroll naar boven