Dit voorjaar is het Nationaal Toekomstbeeld Fiets (NTF) door de samenwerkende Tour de Force partijen uitgebracht. Hierin hebben het Rijk en de decentrale overheden samen de potentie voor zowel de korte als de langere termijn van de fiets in beeld gebracht.
Staatssecretaris Heijen van I&W heeft nu de nota voorzien van een financiële doorvertaling doorgestuurd aan de Kamer. Dat betekent vooral dat de middelen die bijvoorbeeld in het Coalitieakkoord zijn voorzien voor de fiets gekoppeld worden aan maatregelen die in het NTF worden voorgesteld.
MIRT
Belangrijkste insteek van het Rijk is dat de fiets een meer structurele plaats krijgt in het MIRT en nadrukkelijker wordt gekeken naar de rol van de fiets bij de bouw van nieuwe woonwijken.
Zo wil Heijnen - conform het Coalitieakkoord - € 50 miljoen beschikbaar te maken voor verdere verbetering van fietsenstallingen bij de stations. Heijnen wil ook bijdragen aan de bouw van een landelijk dekkend netwerk van doorfietsroutes. Zij trekt hier structureel € 6 miljoen per jaar voor uit. Door besluitvorming via de Bestuurlijke Overleggen MIRT te laten lopen, ontstaat er zo het eerste structurele fietsprogramma binnen het MIRT, aldus de staatssecretaris.
Nieuwe woonwijken
Bij de bouw van nieuwe woonwijken wil het kabinet consequent kijken welke kansen de fiets biedt. Heijnen gaat daarom 2 keer per jaar met de regio’s om tafel om te kijken waar de fiets kan helpen om te zorgen dat huizen bereikbaar zijn, naast het openbaar vervoer (ov) en de auto. De komende jaren heeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) € 7,5 miljard beschikbaar om huizen bereikbaar te maken. Het gaat veel om plannen van gemeenten en provincies waar de mogelijkheid voor auto, ov en fiets samen worden benut. I&W trekt in de eerste ronde samen in totaal € 370 miljoen uit voor infrastructuurprojecten met een rol voor de fiets. Het gaat om 21 projecten, verspreid over het land; onder andere de aanleg van doorfietsroutes, fietstunnels en fietsbruggen. Ook in volgende rondes is de verwachting dat er geld uit deze pot is voor aanleg van fietsinfrastructuur.
Hogere fietsvergoeding
Heijnen wil verder dat de komende 2,5 jaar 100.000 extra mensen de fiets naar het werk pakken. Initiatieven daartoe zullen vooral van de werkgevers moeten komen, bijvoorbeeld door de fietsvergoeding van 21 cent per kilometer op te trekken en actief aan de slag te gaan met fietsambassadeurs. De campagne ‘Kies de Fiets!’ voor werkgevers wordt uitgebreid richting diverse andere doelgroepen. Het Rijk zelf geeft een goed voorbeeld door binnen zeven ministeries te starten met een pilot waarbij deelnemers een traditionele, elektrische fiets of een speed pedelec kunnen leasen waarmee ze naar hun werk en werkafspraken kunnen fietsen en die ook privé gebruikt kan worden.
Ook komt er aan actieplan om kinderen uit gezonnen met een bijstandsuitkering op de fiets te helpen en wordt blijvend ingezet op het programma Doortrappen om ouderen te stimuleren om te blijven fietsen.
Tenslotte ziet Heijnen mogelijkheden om het verdienpotentieel van de fietssector in het buitenland te stimuleren. En Nederlandse kennis en ervaring op fietsgebied uit te dragen. Bijvoorbeeld door Nederlandse bedrijven en overheden te faciliteren om actieve mobiliteit op de agenda van Brusselse beleids- en investeringsprogramma’s zoals Urban Mobility Package, Horizon, INTERREG te krijgen, met bijvoorbeeld Europese fietsprojecten tot gevolg.