Fietsers die door de stad fietsen hebben last van ultra fijne stofdeeltjes, vooral veroorzaakt door bijzondere voertuigen zoals bouwkranen, vuilnisauto's, fileverkeer, vrachtauto's, bedrijfsbusjes en brom- en snorfietsen. De Fietsersbond gaat de problemen in kaart brengen.

De Fietsersbond gaat de relatie luchtkwaliteit, gezondheid en fietsvoorzieningen in Nederlandse gemeenten in kaart brengen in het kader van de Fietsbalans, waarbij gemeenten op fietskwaliteit worden doorgelicht.
Voor de meting van de persoonlijke blootstelling van automobilisten en fietsers is speciale meetapparatuur ontwikkeld in samenwerking met de Wetenschapswinkel Biologie Universiteit Utrecht. Uit het vooronderzoek van de universiteit bleek dat fijn stof op zich moeilijk als graadmeter te gebruiken is voor de mate van luchtvervuiling waar fietsers mee te maken hebben. Achtergrondconcentraties en weersinvloeden zijn van grote invloed op de meetwaarden en de metingen op verschillende dagen in verschillende gemeenten zijn daardoor niet goed vergelijkbaar.
Het zogenaamde ultrafijn stof (UFP) is in de praktijk een betere maatstaf. Bij metingen onder gelijke weersomstandigheden zijn met de fiets op verschillende trajecten grote verschillen gemeten die samenhangen met de intensiteit en samenstelling van het gemotoriseerde verkeer. De gevoeligheid voor de nabijheid van lokale bronnen, met name het gemotoriseerd verkeer, sluit goed aan bij het verkeerskundige karakter van de Fietsbalans, aldus de wetenschapswinkel. Effecten van weginrichting en verkeerscirculatie zijn daardoor direct meetbaar.
Tijdens het testen van de apparatuur in Utrecht werden hoge piekwaarden voor ultrafijn stof vooral veroorzaakt door bijzondere voertuigen zoals bouwkranen, maar ook door bromfietsen.
Delft is een van de elf gemeenten die in 2006 worden onderzocht op luchtkwaliteit. In 2007 volgen nog twintig gemeenten.