Ze deden onderzoek naar omvang en ontwikkeling van fietsdiefstal en publiceerden de resultaten in een artikel in het tijdschrift Secondant. Zo bekeken ze op basis van de gegevens van 320 van de 458 gemeenten in Nederland in welke gemeenten de meeste fietsen worden gestolen. Opvallend is dat in middelgrote steden naar verhouding de meeste fietsen worden weggenomen. In 2006 werden in steden met 100 000 tot 250 000 inwoners per 10 000 inwoners gemiddeld 99 fietsen gestolen.
In dat jaar was bijna 40 procent van alle verdachten (alle soorten misdrijven) die door de politie in dat jaar werden aangehouden niet ouder dan 25. Daarentegen waren bijna twee van de drie fietsendieven (60 procent) onder de 25 jaar. Een op de drie fietsendieven was in 2006 minderjarig. In vergelijking met 2002 lijkt sprake te zijn van een verjonging. Met name de leeftijdscategorie 25-34 jaar was in 2002 beduidend beter vertegenwoordigd.
Volgens de onderzoekers Peter Versteegh en Jessica van Mantgem is dat waarschijnlijk terug te voeren tot het feit dat er in 2006 minder sprake was van harddrugsverslaafden onder de fietsendieven. In 2002 was bij een van de vier fietsendieven sprake van een verslaving aan harddrugs, in 2006 is dit aandeel gedaald naar nog maar 12 procent. Zo’n afname van het aandeel harddrugsgebruikers kan heel goed verklaard worden door de gerichte aanpak van veelplegers in de afgelopen jaren, aldus de onderzoekers.
De correspondeert ook met het feit dat het aandeel veelplegers onder de fietsendieven in de afgelopen jaren aanzienlijk is afgenomen. Daarom zouden de bakens qua doelgroep enigszins verzet moet worden. Wellicht zal de aanpak in de komende jaren meer dan voorheen óók moeten worden gericht op jonge, beginnende criminelen alsook op first offenders, menen Versteegh en Van Mantgem.