Fietsberaadpublicatie 21: Stimuleren van fietsgebruik door zorgverleners

  • Soort:Aanbevelingen & Richtlijnen
  • Auteur:Sarah Pos & Mariëlle Schipperen & Gerard van der Zanden (NIGZ) en Otto van Boggelen (CROW-Fietsberaad)
  • Uitgever:CROW-Fietsberaad
  • Datum:27-04-2012
De centrale vraag in deze handreiking is op welke manier eerstelijns zorgverleners een rol kunnen spelen bij het stimuleren van fietsgedrag van hun patiënten?

 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Deze handreiking heeft aan de basis gelegen van de Zwolse pilot ‘Fiets-je-Fit’!’. De praktijk-ervaringen in uit pilot zullen in versie 2 van de handreiking verwerkt worden.

    De handreiking is bedoeld voor een brede doelgroep zowel vanuit het veld van verkeer als vanuit gezondheid. Het is belangrijk om elkaars werelden te kennen. In het eerste hoofdstuk wordt daarom een kader geschetst met informatie over recente ontwikkelingen in de eerstelijnszorg en over fietsstimulering. In het laatste hoofdstuk staat het plan van aanpak centraal dat als basis kan worden gebruik voor een op te zetten project.

    De eerstelijns gezondheidszorg
    Als we spreken van zorgverleners gaat het om: huisartsen, de praktijk-ondersteuners of praktijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten en wijkverpleegkundigen. Zij maken deel uit van de wijkstructuur en kunnen patiënten middels een persoonlijke benadering stimuleren om meer te gaan bewegen in de wijk. Een belangrijke partij, die als een schakel tussen de zorgverleners fungeert, zijn de regionale ondersteuningsstructuren (ROS) die betrokken zijn bij lokale samenwerking en preventie.

    De gezondheidszorg is breder dan de eerstelijn. Zo kan de vraag gesteld worden naar (ver-sterking van) de rol van bedrijfsartsen en/of arbo professionals bij fietsen naar het werk. Veel van de fietsstimuleringsprojecten zijn immers op deze thematiek gericht. Veelal werken bedrijfsartsen niet wijkgericht daarom zijn ze buiten beschouwing gelaten

    Leefstijl en beweegstimulering in de zorg
    Zorgverleners in de eerstelijn houden zich steeds meer bezig met het stimuleren van een gezonde leefstijl. Zo is in de huisartspraktijk het PreventieConsult geïntroduceerd, bedoeld voor mensen die een verhoogd risico hebben op aandoeningen zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Het zijn chronische aandoeningen die via een meer actieve leefstijl beïnvloed kunnen worden. Eveneens een recente ontwikkeling is het aanbod rondom bewegen in de eerstelijn via inzet van gecombineerde leefstijlinterventies (GLI). Ook de wijkverpleegkundige heeft hierbij een rol. Er worden verschillende varianten van GLI’s ontwikkeld. Maar bij elk programma worden mensen begeleid door een coach, kiezen deelnemers een activiteit die ze leuk vinden en is het de bedoeling dat mensen in hun directe woonomgeving doorgaan met bewegen. Het gaat hierbij om volwassenen.

    Tot nu toe speelt fietsstimulering geen grote rol in de GLI-ontwikkelingen. Het is duidelijk dat gezien de grotere rol van leefstijlfactoren als aandachtspunt in de gezondheidszorg, hiervoor wel kansen liggen. Het lijkt derhalve van belang de komende jaren mogelijke fietsstimulering vanuit de eerstelijn niet geïsoleerd aan te pakken, maar te positioneren binnen deze ontwik-keling en de implementatie ervan.

    Een bredere, meer integrale, aanpak lijkt ook geboden in de fase waarin mensen die, in het kader van een GLI begeleid zijn, moeten doorstromen naar het reguliere aanbod. Andere organisaties dan de eerstelijnszorg komen dan in beeld zoals lokale verenigingen en clubs op het terrein van sport en bewegen en organisaties uit de domeinen van sportstimulering en welzijnswerk.

    Publiek-private samenwerking met plaatselijke bedrijven die belangstelling hebben voor “gezondheidszorg en bewegen” biedt zeker kansen voor mede financiering.

    Fietsstimulering
    Vanuit het oogpunt van gezondheid is het belangrijk dat inactieve burgers gestimuleerd worden om meer te gaan bewegen. Meer bewegen verkleint de kans op chronische ziekten. In dit hoofdstuk worden enkele voorbeelden gegeven van fietsstimulering. De fietsersbond zet in op het verbeteren van de infrastructuur in krachtwijken. Voor de groep allochtone vrouwen zijn fietslessen een mogelijkheid om drempels weg te nemen. De lessen vergroten hun zelfvertrouwen om te gaan fietsen. De fiets met trapondersteuning kan voor sommige doelgroepen geschikt zijn om het fietsen voor dagelijks gebruik (weer) op te pakken.

    Er zijn in Nederland nog geen fietsprojecten gedaan in nauwe samenwerking met zorgverleners. Lokale projecten in Engeland laten zien dat een community aanpak belangrijk is. Dat betekent dat door diverse partijen wordt samengewerkt om fietsactiviteiten aan te bieden, zowel individueel als op groepsniveau. Goed fietsmateriaal en blijvende stimulans richting de deelnemers zijn belangrijke randvoorwaarden.

    Conclusies voor de pilots
    Op basis van de eerste hoofdstukken in deze handreiking kunnen de volgende conclusies getrokken worden voor de praktische uitvoering van de pilots:

    1. Fietsen is gezond en kan een belangrijke bijdrage leveren aan het voldoen aan de beweegnorm;
    2. Fietsen is, zowel bezien vanuit het oogpunt van milieu als vanuit gezondheidszorg, duurzaam
    3. Via de eerstelijnszorg kunnen in principe doelgroepen worden bereikt die baat hebben bij een meer actieve leefstijl;
    4. Omdat deze doelgroepen deels een lagere sociaal-economische positie hebben, kan fietsen een laagdrempelige en goedkope manier zijn om meer actief te worden of te blijven;
    5. In het gezondheidsbeleid zijn de komende tijd de uitgangspunten dat mensen sterker eigen verantwoordelijkheid dragen voor hun gedrag maar dat er tegelijkertijd in de eigen buurt mogelijkheden moeten zijn voor een actieve leefstijl (sport en bewegen);
    6. Gegeven ook de toename van chronische ziekten, is er een ontwikkeling waarbij in de eerstelijn aandacht komt voor preventie en leefstijl, deels via (gestandaardiseerde) gecombineerde leefstijlinterventies;
    7. Fietsen is op dit moment nog nauwelijks een onderdeel van de aanpak via de gecombineerde leefstijlinterventies;

    In een lokaal stimuleringsproject dient primair rekening te worden gehouden met de typische kenmerken (handelwijze, standaarden, financiering) van de (eerstelijns)zorg. Zorgverleners willen vooral korte en krachtige ‘opdrachten’, en duidelijke verwijsmogelijkheden.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Fietsberaadpublicatie 21: Stimuleren van fietsgebruik door zorgverleners

Scroll naar boven