Voor het onderzoek zijn 30 speed-pedelecrijders voorzien van een actie-camera die hun rijgedrag in beeld brengt. Ook zijn de fietsers met vaste camera’s in beeld gebracht. Zo was te zien of de speed-pedelecrijders voor de rijbaan of het (brom-)fietspad kozen, hoe snel ze reden en hoe andere gebruikers reageerden. Daarnaast is fietsers gevraagd of ze de regels cq. de bedoeling van de onderborden begrijpen.
Op basis van de enquêtes blijkt dat speed-pedelecrijders een duidelijke voorkeur hebben voor het rijden op het fietspad op de uitzonderingstrajecten. Uit de enquêtes blijkt verder dat deze voorkeur ook bestond voordat de uitzonderingsmaatregel werd ingevoerd. Dit beeld wordt ondersteund door de beelden van het observatieonderzoek en het actie-cameraonderzoek. Daaruit blijkt tevens dat speed-pedelecrijders ook buiten de uitzonderingstrajecten veelal op het fietspad rijden.
Als reden noemen speed-pedelecrijders dat ze zich veiliger voelen op het fietspad en dat ze vaak op onbegrip van automobilisten stuiten wanneer zij op de rijbaan rijden. Daar komen in enkele gevallen ook grote snelheidsverschillen en onvriendelijk gedrag van auto’s bij, wanneer men wel op de rijbaan rijdt. Een andere vaak reden is dat op het fietspad in ieder geval ‘s ochtend vroeg (bijna) geen verkeer is, terwijl op de rijbaan veel auto’s rijden.