Dat is in een notendop de conclusie van een stageonderzoek onder supervisie van Royal HaskoningDHV uitgevoerd door Marco van der Linde MSc, student Mobiliteitswetenschappen aan de Universiteit Hasselt. Hij kreeg de vraag mee hoe het ontwerp van een fietspad van invloed is op de laterale positie van de fietser en dan met name waar het gaat om de markering. Door middel van analyses van eerder video-onderzoek op fietspaden, gecombineerd met nieuw stated preference onderzoek waarbij schetsontwerpen van verschillende oplossingen aan fietsers werden voorgelegd, onderzocht hij hoe fietser op verschillende varianten inspelen.
Daarbij bleek dat fietsers wat meer rechts gaan rijden als er een dubbele asmarkering, een verzwaarde asmarkering of een middenstrook wordt toegepast.
Het sterkste effect was waarneembaar in het ontwerp met het symbool “inhaalstrook” op het wegdek en het ontwerp met de grijze asfaltkleur op de middenstrook Het verschil tussen de standaard asmarkering en het ontwerp met het symbool levert bijna 20 centimeter aan ruimte op, aldus vond Marco van der Linde. Er vanuitgaande dat fietsers in de tegengestelde richting hetzelfde effect laten zien, is er in potentie 40 centimeter aan gewonnen ruimte rondom de wegas.
Maar hij vond nog een opmerkelijk verschil. Fietser lijken ook beter in staat om de beschikbare ruimte in diverse verkeerssituaties beter in te schatten. Dit heeft een effect op de intentie tot inhalen: er wordt significant vaker gekozen om in te halen in de getoonde concept-ontwerpen in vergelijking met het standaard wegprofiel.
Wel bleek dat een middenstrook met een afwijkende wegdekkleur een barrièrewerking teweeg brengen; men vindt het niet altijd duidelijk of het bereden mag worden.
Al te harde conclusies willen Van der Linde en Royal HaskoningDHV nog niet aan de resultaten verbinden. Ze zien de onderzoekresultaten meer als een eerste aanzet, een verkennend onderzoek, om op termijn te komen tot nieuwe richtlijnen voor het fietspadontwerp. ‘Er ligt een beginpunt op tafel om vervolgstudies op te baseren.’
Desondanks bevat het rapport al wel enkele concrete aanzetten. Gezien de benodigde ruimte voor een fietsduo is het niet wenselijk om middenstroken toe te passen als de verhardingsbreedte kleiner is dan 4,4 meter (2x1,7m + 1m). Het toepassen van een dergelijke strook (die ook minimaal de breedte moeten hebben om de standaard breedtemaat van een fietser te kunnen faciliteren) op wegen smaller dan 4,4 meter resulteert dan in smallere rijstroken, waardoor een fietsduo minder goed gefaciliteerd wordt.