Het verkeer is een beeste

Het verkeer is een beestenboel. Terwijl ik achter een kudde fietsers rijd en op zoek ben naar een muizengaatje om voorbij te steken springt een Gazelle mij voorbij. Ik neem dan maar een olifantspaadje en rij langs een zebra, vroeger ook wel zebrapad genoemd, snel een paar heilige koeien ontwijkend en toch maar stoppen voor een mastodont van een vrachtwagen. Normaal liggen er beren op mijn weg, maar nu zijn het varkensruggen soms ook wel biggenruggen genoemd. Ik rij langs een ondergrondse parkeerplaats voor auto’s en vraag mezelf af of dat geen walvis genoemd zou moeten worden en zo’n middeneiland met een paal een neushoorn. In de autofile staan heet in Duitsland “Schlange stehen” . Waarom geen namen uit de prehistorie zoals die mastodont? Waarom een grijpkraan geen T. rex? Gekke naam trouwens want een tiran (tyrannosaurus) in de Griekse oudheid was allesbehalve een koning (rex), het was een zelfbenoemde potentaat. Of de Mosasaurus uit Limburg ook een naam geven in het verkeer bijvoorbeeld voor een bepaalde brug de Mosasaurus, dat is ook veel internationaler. Het verbindt het verleden met het nu en de toekomst die ook heel onzeker is. Er zijn ook een heleboel autonamen met een dier erin zoals de Fiat panda, in Nederland nog niet uitgestorven. De Ford cougar: gevaarlijk voor mannen. Er liggen zoveel dubbele bodems in dierennamen, maar ze spreken de mensen nog altijd het meeste aan. Hoe kom ik hier allemaal op? Door in te zoomen op één zin: Een nieuw rapport van CROW-Fietsberaad zoemt in op de problemen, en op mogelijk oplossingen. Het is duidelijk ze zijn op zoek naar “a plan bee”.
Scroll naar boven