Dat meldt de Fietsersbond Amsterdam, samen met de gemeente één van de partners in het project naast het Belgische Mobil21 uit België die voor de uitvoering zorgdraagt.
Dat is minder simpel dan het misschien lijkt, blijkt onder meer uit het uitvoerige evaluatierapport over de ervaringen in Brussel. Want je bent er niet alleen met een knop het stuur. Op het moment dat de fietser op die knop drukt, wordt zijn locatie via bluetooth doorgezonden aan een smartphone-app, de Oostenrijkse BikeCitizens-app. Dat is een veelgebruikte app op basis van open streets maps met input van fietsers. De app wijst niet alleen de weg, maar verzamelt ook informatie over het fietsgebruik. Hij wordt al veelvuldig gebruikt voor andere toepassingen, zoals beloningsprogramma’s en lokale fietsplattegronden.
Als een fietser iets opvallends heeft gesignaleerd en op de Ping-knop heeft gedrukt, kan hij later bij aankomst invullen wat hem of haar precies heeft dwarsgezeten. Was het een gat in het wegdek, obstakels die het zicht belemmeren of misschien een te korte oversteektijd bij verkeerslichten? Er is keuze uit een aantal tientallen categorieën met bijbehorende problemen.
In Brussel deden ruim 400 fietser mee aan het project en dat leverde in totaal zo’n 40.000 pings op. Meestal ging het daarbij om infrastructurele problemen met het wegdek of met het ontbrekende of onduidelijke fietsinfrastructuur. Ook paaltjes, obstakels en te smalle fietspaden werden veel genoemd. Verkeerslichten werden opvallend genoeg niet vaak naar voren gebracht als probleem.
Het evaluatierapport van Mobiel21 gaat uitvoerig in op de vraag hoe je de communicatie rond een Ping-campagne moet opzetten en vooral ook moet onderhouden tijdens de looptijd. Ook de selectie van deelnemers is daarbij van belang om een representatief beeld te krijgen van de problemen die fietsers ondervinden (of om eventueel speciale doelgroepen te selecteren als men zich daarop wil richten, zoals schoolgaande kinderen).
Verder doet het rapport een aantal concrete aanbevelingen aan Brussel op basis van de Ping-meldingen, zoals aanpassingen van wegmarkeringen cq. de toepassing van verschillende materialen en kleuren voor verschillende soorten verkeersdeelnemers.
Tenslotte wordt in het rapport over de pilot in Brussel opgemerkt dat behalve de probleemlocaties nog veel meer info uit de data te halen is. Het is bijvoorbeeld interessant om de Ping-cijfers naast de ongevallencijfers te leggen. Klopt het gevoel met de cijfers? In een eerste analyse blijkt dit in Brussel inderdaad het geval te zijn.
De bedoeling is dat Amsterdam in maart start met de introductie van Ping.In vergelijking met de pilot in Brussel is er een aantal belangrijke verschillen. zo laat een woordvoerder weten. Waar de pilot in Brussel vooral gericht was op het vergroten van veiligheid, richt de pilot in Amsterdam zich ook op allerlei andere aspecten van de fietsrit, zoals snelheid en comfort. Amsterdam wil bovendien niet alleen weten wat er beter kan: ook zal deelnemers worden gevraagd om aan te geven wanneer fietsers zich juist prettig voelen op de fiets. Tot slot is de pilot bedoeld om ervaring op te doen met nieuwe manieren van onderzoek naar ervaringen van fietsers; niet om zo snel mogelijk opvolging te geven aan de feedback die via de app wordt doorgegeven. Wel zal de feedback van fietsers worden gebruikt om maatregelen voor fiets waar mogelijk anders te prioriteren en/of gerichter te werken.
Foto's: Bike Citizens/Mobiel 21