Het onderzoek naar fietsongevallen bij kinderen, op basis van data uit 2021, is een vervolg op het onderzoek naar fietsongevallen dat VeiligheidNL in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoerde en waarvan het rapport in april 2022 verscheen.
Kind achterop
Een voet tussen de spaken was in 80 procent de oorzaak van fietsongevallen bij kinderen tussen de 0 en 11 jaar die achterop de fiets zitten. In driekwart van die gevallen ging het daarbij om een kind van tussen de 3 en 6 jaar en het vaakst als dat kind achterop zat zonder voetsteuntjes en rugleuning. In totaal was ruim 93 procent van de ongevallen een eenzijdig ongeval.
Zelf fietsen
Als kinderen zelf fietsen is er in 55 procent van de gevallen sprake van een eenzijdig ongeval, in 27 procent van een botsing met een andere verkeersdeelnemer en in 16 procent van een botsing met een object. Afhankelijk van de leeftijd komen fietsongevallen bij kinderen het vaakst voor tijdens fietstochtjes of een fietsrit van of naar school. Slechts 13 procent van de kinderen droeg een helm toen een ongeval plaatsvond, terwijl 22 procent van de kinderen die op de spoedeisende hulp belandden letsel aan hoofd, hals of nek had.
Groningen
In Groningen startte eind januari een proef van een half jaar om de fietsvaardigheid van kinderen tussen de 2 en 6 jaar te verbeteren. Op twee kinderdagverblijven en basisscholen biedt Huis voor de Sport Groningen fietslessen aan waar in totaal 150 kinderen aan meedoen. De provincie draagt hieraan onder andere bij met een subsidie. Het idee is dat kinderen weer jonger leren fietsen en vaardiger worden, zodat het aantal ongevallen vermindert.