Tweerichtingsfietspaden langs gebiedsontsluitingswegen zijn nooit de eerste keus. Niet alleen neemt de kans op frontale botsingen tussen fietsers toe, het risico op aanrijdingen met gemotoriseerd verkeer op voorrangskruispunten en rotondes is circa twee maal zo hoog. Een deel van de fietsers komen immers uit onverwachte richting. In een nieuwe CROW-Fietsberaadnotitie is geïnventariseerd met welke maatregelen de veiligheid op dergelijke kruispunten is te verbeteren.
De bekendste en meest effectieve maatregel is het aanbrengen van een adequate snelheidsremmer. Het geeft automobilisten meer tijd om te kijken en vermindert de gevolgen van een eventuele aanrijding. Het gaat dan bijvoorbeeld om fietspaden die met een drempel over de zijweg geleid worden, uitritconstructies en drie- en viertakskruispunten met een kruispuntvlak op een plateau.
Bij tweerichtingsfietspaden is een onderbord met de aanduiding tweerichtingsverkeer verplicht. Eventueel kan men het bord opvallender maken door een fluorescerende kleur als achtergrond te gebruiken of om er desnoods extra knipperlampen op te plaatsen. Ook het plaatsen van een stopbord is een optie.
De veiligheidseffecten van markeringen op oversteekplaatsen zijn discutabel. Op oversteekplaatsen met een goede markering en een rode kleur gebeuren tegen de verwachting in meer voorrangsongevallen met fietsers dan op oversteekplaatsen met een matige of slechte markering. Automobilisten blijken een fietser veel eerder te zien dan de witte blokmarkering. Dat neemt niet weg dat een goed zichtbare asmarkering op het fietspad het verwachtingspatroon van de automobilist kan ondersteunen. Ook worden wel ledlichten in het wegdek toegepast als extra attentiemiddel, maar de veiligheidseffecten zijn nog niet aangetoond.
Tenslotte is het belangrijk om te zorgen voor voldoende zicht op fietsers van rechts door verkeer uit de zijweg. In de praktijk betekent dit dat op circa 15 meter voor de oversteek het fietspad over een hoek van ruim 45 graden naar rechts overzien moet kunnen worden.