Er zijn verschillende overwegingen om split toe te passen. Stroefheid is daarbij vaak het belangrijkste argument. Of dat zinvol is, hangt vooral af van de vraag wie de belangrijkste gebruikers van de verharding zijn en met welke snelheid ze rijden.
Op plattelandswegen waar (te) hard wordt gereden en waar weinig fietsers en veel landbouwvoertuigen rijden, kan een wegbeheerder bewust kiezen voor - zelfs vrij grof - split. Om daarmee te bereiken dat banden, ook bij regen en vette klei op de rijbaan, zo veel mogelijk greep houden op het wegoppervlak. Voor fietspaden en op verkeersaders binnen de bebouwde kom waar relatief veel fietsers en weinig auto’s rijden (en waar de toegestane maximumsnelheid van 50 km/h nauwelijks wordt bereikt) zijn er eigenlijk geen steekhoudende argumenten om split toe te passen. Voor fietsers zijn alle asfaltsoorten voldoende stroef, ook direct na aanleg.