Vanaf 2007 is het aantal snorfietsen gemiddeld met bijna 16 procent per jaar toegenomen. Het aantal bromfietsen groeide gemiddeld met 8 procent. In 2011 waren er 475 duizend snorfietsen en 527 duizend bromfietsen. Het aantal snorfietsen is in de periode 2007-2011 het hardst gestegen bij 20-25 jarigen, met 170 procent.
Op 1 januari 2011 is het aantal bromfietsen van jeugdigen (16- en 17-jarigen) ruim 20 procent lager dan een jaar daarvoor. Dit hangt waarschijnlijk samen met de invoering van het praktijkexamen voor de bromfiets in maart 2010.
Bijna 6 procent van de personen van 16 jaar en ouder heeft een brom- of snorfiets. Mannen hebben er ruim twee keer zo vaak één als vrouwen. Mannen hebben ook vaker een bromfiets dan een snorfiets, terwijl voor vrouwen het omgekeerde geldt. Het brom- en snorfietsbezit is het hoogst onder jongeren. Als ouderen een brom- of snorfiets hebben, is dat meestal een snorfiets. De bromfiets is vaker op het platteland te vinden, terwijl in stedelijke gebieden meer snorfietsen voorkomen.