De verhoging van het plafond voor de aanvraag maakt het voor kleinere gemeenten mogelijk om grotere maatregelen uit te voeren, zoals een fietsonderdoorgang. Naast deze verandering gaat het Rijk de bijdrage vanuit de investeringsimpuls beter laten aansluiten bij de daadwerkelijke kosten. Omdat de uitvoering van een project vaak een aantal jaar na de aanvraag plaatsvindt viel de bijdrage vanwege de inflatie vaak lager uit dan verwacht. Tenslotte wordt de verantwoording van een project eenvoudiger. Overheden hoeven niet meer te laten weten hoeveel geld ze hebben uitgegeven aan een maatregel maar alleen aan te tonen dat deze is gerealiseerd. De bijdrage vanuit het Rijk staat dus vooraf vast.
Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) maakte de verruiming van de regels op donderdag 28 maart bekend: “Uit onderzoek blijkt dat veel ongelukken gebeuren in de bebouwde kom. Daarom hebben we vanuit het Rijk geld beschikbaar om ook deze wegen veiliger te maken. Ik vind het belangrijk om te luisteren naar wat de overheden nodig hebben om dit geld zo effectief mogelijk te besteden, vandaar dat we de regels flexibeler gaan maken.”
Met de Investeringsimpuls Verkeersveiligheid stelt het Rijk 500 miljoen beschikbaar in de periode 2020-2030 om de verkeersveiligheid lokaal te verbeteren.
Onderzoek van de SWOV in opdracht van IenW laat zien dat als de maatregelen uit de tweede tranche van de investeringsimpuls zijn uitgevoerd er daarmee over 30 jaar bijna 600 ernstige verkeersslachtoffers zijn voorkomen, waaronder 15 verkeersdoden.
Bron: Rijksoverheid