Automobilisten in de regio Eindhoven en ‘s-Hertogenbosch konden de afgelopen twee jaar €1,50 tot maximaal €5,- verdienen door de spits te mijden. Aan de proef namen zo’n 2300 automobilisten deel. De proef werd begeleid met een reeks onderzoeken. Daaruit blijkt onder meer dat van alle spitsritten 52,6% is gewijzigd in een spitsmijding. Spitsmijden in de ochtenduren bleek structureel populairder te zijn dan spitsmijden ’s avonds.
De deelnemers aan het project hebben op verschillende manieren de spits gemeden. De meeste spitsritten zijn gemeden door automobilisten die kozen voor een andere route, buiten het centrum. Deze groep was verantwoordelijk voor het verdwijnen uit de spits van 22 procent van het oorspronkelijke aantal ritten. Automobilisten die kozen voor een ander tijdstip om te reizen waren goed voor 12 procent minder ritten in de spits. De groep mensen die overstapte op fiets of openbaar vervoer was relatief klein. In totaal waren de fietsers en ov-gebruikers goed voor 2 procent van het aantal gemeden spitsritten. Het nu uitgebrachte rapport over de proef splitst fietsers en ov-gebruikers niet apart uit. Het stelt wel dat spitsmijden met de fiets vooral aantrekkelijk bleek voor mensen die op korte afstand van hun werk wonen. 80% van de mensen die overstapten op de fiets had een woon-werkafstand (met de auto) van minder dan 15 kilometer. De woon-werkafstand per auto (snelste route) en per fiets (kortste route) kunnen daarnaast flink verschillen, de snelste route kan 20% tot 50% langer zijn dan de kortste route. De gemiddelde woon-werkafstand met de fiets lag rond de acht kilometer: een half uur fietsen. Met de auto neemt dat ongeveer 10-15 minuten in beslag, dus gemiddeld duurt het fiets-alternatief 15-20 minuten langer dan dezelfde rit met de auto.
Het percentage gemeden spitsritten onder de fietsers schommelde overigens sterk. Hier was duidelijk de invloed van de seizoenen terug te zien. Tijdens de herfst- en wintermaanden zakte het fietsgebruik in met bijna twintig procent.
Vier maanden na afloop van de beloningsperiode is nog een keer gemeten hoeveel spitsritten de deelnemers meden. Tegen de verwachtingen in bleven de deelnemers 47 procent van hun ritten mijden, tegen 53 procent tijdens de proef.