Meestal gaat om de deur aan bestuurderskant. 1 op de 5 ongevallen heeft een ernstige afloop voor de fietser. Vaak gaat het om hoofd- en beenletsel.

Dergelijke ongevallen gebeuren vaak waar het fietsverkeer niet middels markering of iets dergelijks gescheiden is van de auto’s, ofwel in de gewone woonstraten. Dergelijke situaties moet men daarom zien te vermijden, zo luidt de aanbeveling van UDV en waar dat niet is te vermijden zou men minimaal een 50 centimeter brede schrikstrook moeten aanhouden tussen auto en fietser.

Maar de onderzoekers pleiten ook voor technische aanpassingen aan de auto. Zo kunnen detectiesystemen het onmogelijk maken dat een autodeur wordt geopend als er een fietser in de buurt is. Een fietser heeft bij 20 km/uur 11 meter nodig om nog tijdig te kunnen remmen.

Verder kan men bestuurders leren om de deur met de rechterhand te openen, want dan draaien ze het lichaam en kijken bijna automatisch over de linkerschouder of er wat aankomt.

Ook in ons land ervaren fietsers regelmatig overlast van geparkeerde auto’s, zo bleek vorig jaar uit een onderzoek van CROW-Fietsberaad om te komen tot aanbevelingen voor fiets- en kantstroken. Een derde van de fietsers heeft er regelmatig mee te maken.

Mede om die reden wordt ook in ons land aanbevolen minimaal een schrikstrook aan te houden van 50 cm in dergelijke situaties.