In Nederland wordt nog steeds het meest gefietst van alle landen in de wereld. Minder bekend is, dat in veel gemeenten duizenden kinderen opgroeien die niet meer als vanzelfsprekend leren fietsen en ook geen verkeersexamen meer doen op de basisschool.
In Rotterdam deed bijvoorbeeld tot 2016 nog maar 15 procent van de scholen mee met het verkeersexamen. (Door een intensief programma van de gemeente doet nu bijna de helft van de scholen mee) De scholen gaven aan dat de helft van de kinderen niet kon fietsen.
Het is het beeld van experts uit het veld dat het voorbeeld van Rotterdam, ook geldt voor de andere grote gemeenten. Om deze veronderstelling verder te onderbouwen doet onderzoeksbureau Labyrinth uit Utrecht in opdracht van Tour de Force en CROW onderzoek.
Dit onderzoek is in twee delen gesplitst. Allereerst wordt door middel van twee focusgroepen met ouders meer zicht gekregen op de beweegredenen van ouders om fietsgedrag- en bezit bij hun kinderen wel of niet te stimuleren en welke factoren hieraan ten grondslag liggen. Op basis van de resultaten van de focusgroepen wordt een korte vragenlijst ontwikkeld die wordt uitgezet onder 16 scholen. Deze enquête wordt uitgevoerd onder de ouders en kinderen van verschillende basisscholen in steden (grote en kleine) waarvan bekend is dat er sprake is van een grote diversiteit als het gaat om culturele- en sociaaleconomische achtergrond van de inwoners. Het gaat hierbij om de gemeenten Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, Almere, Nieuwegein, Leiden, Dordrecht en Arnhem.
Doelstelling
De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Hoe is het gesteld met het fietsgedrag en fietsbezit van kinderen op de basisschool in Nederland?
De uitkomsten moeten meer onderbouwing geven bij de beelden en gevoelens die er leven over de teruglopende fietsvaardigheid van kinderen in bepaalde steden/wijken. De Tour de Force heeft ‘fietsstimulering’ als een van haar doelstellingen in het actieprogramma fiets opgenomen.
Eindproduct