Houten staat bekend om de verkeersvriendelijke infrastructuur. Wat betekent dit in de praktijk? Wat is het aantal kinderen dat lopend en met de fiets gaat of met de auto naar de basisschool wordt gebracht? Op welke leeftijd gaan zij zelfstandig? Hoe beleven de kinderen de route naar school? Middels een enquête is de objectieve en subjectieve verkeersveiligheid in kaart gebracht. Het stallen van de fietsen is onderzocht met het doel de ruimte rondom de school zo kindvriendelijk mogelijk in te richten.
Bij telling is vastgesteld dat van de 5.000 basisschoolleerlingen 62% met de fiets gaat en iets meer dan 10% met de auto. De volgende afstanden tussen de woning en de school zijn in het onderzoek aangehouden; tot 500 m, tussen 500 m en 3 km en verder dan 3 km.
Er zijn kinderen die op 6- en 7- jarige leeftijd al zelfstandig naar school gaan, met 8 jaar ongeveer één derde, met 9 jaar de helft en van de 11-12 jarigen gaat bijna iedereen zelfstandig. De meeste kinderen, 82%, vinden de schoolroute veilig. Zij geven ook aan dat een kruispunt, drukte op de fietspaden en de auto hinderlijk kunnen zijn. Er gebeuren nauwelijks ongelukken met letselschade.
Veel fietsklemmen blijken ongeschikt te zijn voor de huidige modellen kinderfiets en zijn vaak boventallig aanwezig. De aankomst bij scholen is een echt spitsmoment. In veel gevallen verloopt dit chaotisch en is er op maat per school veel winst te behalen. Bijna elk kind op de basisschool in Houten heeft een fiets.
Uit het rapport blijkt dat een 30 km/u regime in de praktijk het (zelfstandig) lopen en fietsen naar school stimuleert en zeer veilig is.