Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft begin maart 75 miljoen euro toegekend aan decentrale overheden om de verkeersveiligheid te verbeteren. Dit gaat op basis van 50 procent cofinanciering: de decentrale overheden investeren hetzelfde bedrag in de maatregelen. Het meeste geld gaat naar de aanleg en verbetering van snelheidswerende maatregelen en fietspaden.
Voor fietspaden is er een bijdrage beschikbaar gesteld voor het aanbrengen van een kleine 160 km kant- en asmarkering, de aanleg van 70 km vrijliggend fietspad, het verbreden van ruim 60 km fietspad en het vervangen van de verharding van ruim 60 km – asfalt in plaats van tegels.
In totaal hebben 264 van de 365 decentrale overheden een bijdrage aangevraagd en ontvangen, waarvan 90 procent gemeenten en 10 procent provincies.
De bijdrage van het ministerie valt onder de investeringsimpuls verkeersveiligheid, gericht op het onderliggend wegennet. In totaal is hiervoor tot 2030 vijfhonderd miljoen beschikbaar, voor deze tweede tranche, voor de periode 2022-2023, was dit honderd miljoen. Dat het volledige bedrag niet is uitgegeven komt omdat niet alle decentrale overheden een bijdrage hebben aangevraagd en omdat niet alle aanvragers hun plafondbedrag hebben benut. Het plafondbedrag hangt af van het aantal kilometer wegen dat een overheid in beheer heeft. De overblijvende 25 miljoen blijft beschikbaar voor een volgende tranche. Wanneer de volgende aanvraag kan worden ingediend is nog niet bekend.