In Enschede lag het gemiddelde fietsaandeel bij de verplaatsingen tot 7,5 km over de jaren 2005-2007 op 33%. In de periode 2004-2006 lag het aandeel nog op 35 procent. Zowel in Nederland als geheel als ook in de grote gemeenten lag het gemiddeld fietsaandeel op de korte afstand op 35%. Het hoogste fietsgebruik in de grote gemeenten is te vinden in Zwolle (48%), Groningen (47%) en Leiden (44%). Deze ontwikkeling zou in verband kunnen staan met de, eveneens tegen de landelijke trend in, toegenomen verkeersonveiligheid voor het fietsverkeer. Vooral ook omdat de Enschedese fietsers zelf aangeven over alle onderzochte fietsaspecten tevredener te zijn dan in het vorige onderzoek, behalve over verkeersveiligheid en sociale veiligheid.
De Fietsersbond denkt dat dit te maken kan hebben met het aantal ernstige fietsongevallen in het 30-km gebieden. En dat wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat veel hoofdfietsroutes, meer dan in andere gemeenten, door het 30-km- gebied lopen. Verder liggen er parkeervakken rechts naast de fietsers op ruim eenderde van de in de Fietsbalans-praktijkmeting gefietste wegen met een snelheidsregime van 50 km/uur. Dat is ruim twee keer zoveel als gemiddeld in de onderzochte grote steden; deze inrichting wordt in de verkeerskunde niet alleen afgeraden maar zorgt ook voor onveiligheid(sgevoel) bij fietsers, aldus de Fietsersbond.
Fiets en auto zitten elkaar in Enschede duidelijk in de weg, aldus de Fietsbalans-2 wat ook blijkt uit het lange wachten bij verkeerslichten. Toch is de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto is zeer goed, niet alleen door de hoogte van de autoparkeerkosten maar ook doordat t.o.v. het jaar 2000 de toename van de reistijd per auto binnen de gemeente groter is dan de toename van de reistijd per fiets.
De Fietserbond beveelt aan om belangrijke fietsverbindingen niet samen te laten vallen met wegen met druk gemotoriseerd verkeer. Verder zou het hele (hoofd)fietsroutenetwerk Duurzaam Veilig moeten wordne ingericht in door het goed scheiden van fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer. Dat betekent onder andere aparte fietsvoorzieningen aanleggen op gebiedsontsluitingswegen van voldoende breedte voor het aanbod aan fietsers.