Zo’n 8 van de 10 gebruikers pakken een HTM-deelfiets meestal gewoon als handig vervoermiddel en niet als aanvulling op het ov. De rest gebruik de deelfiets ook maar mondjesmaat voor- of na een rit met bus of tram.
Annemiek Van Marswagen studeerde deze zomer op het onderwerp af aan de TU Delft. Ze gebruikte daarvoor de data van de HTM-fietsgebruikers en vroeg een aantal gebruikers naar hun persoonlijke ervaringen.

Het eerste dat opvalt is dat de HTM-fiets niet zoveel worden gebruikt. De 500 fietsen komen minder vaak van hun plek dan in vergelijkbare steden met in Europa en de VS. Het rapport geeft daar overigens geen exacte cijfers over.

De gebruikers zijn ook geen deelfiets-adepts. De meeste gebruikers huurden de deelfiets niet meer dan 1 tot 5 keer. En dan vooral voor vrijetijds-tripjes en niet voor ritten naar werk of school.
Wel wordt de fiets gebruikt als een soort OV-fiets: veel ritten vertrekken vanaf een van de twee grote stations in Den Haag.

Het rapport concludeert dat een deelfiets als de HTM-fiets dan ook niet zozeer gezien moet worden als verlengstuk van het ov, maar meer als vorm van ov op zich. In de marketing rond de fietsen zou dit aspect meer nadruk kunnen krijgen.