Het bestuursakkoord voorziet dat het Parkeerbedrijf ook bevoegd wordt voor het fietsparkeerbeleid en een actief beleid voert voor bijkomende stallingen op openbaar domein, inpandig en in autoparkeergarages. Het stadsbestuur wil fietsenparkings in of nabij grote publieke voorzieningen (stations, P+R, scholen, winkelcentra, bioscopen, sporthallen, parken,…) en veilige fietsenstallingen in woonwijken met veel rijhuizen en appartementen. Ook in het parkeerbeleidsplan, dat de gemeenteraad goedkeurde in het voorjaar van 2008, wordt aandacht besteed
aan het fi etsparkeren, met de vermelding dat het Parkeerbedrijf een coördinerende en faciliterende rol inzake
fi etsparkeren moet spelen. Het uitgangspunt hierbij is dat bereikbaarheid niet enkel autogericht maar multimodaal moet zijn, zodat binnen het parkeerbeleid er dan ook aandacht moet zijn voor o.m. het fietsparkeren en parkeren ter hoogte van knooppunten met het openbaar vervoer.
De raad van bestuur van het Parkeerbedrijf besliste in juni 2008 om een fietsparkeerplan op te stellen, dat minstens volgende punten diende te omvatten:
• een globale visie over het fietsparkeren toegespitst op de verschillende doelgroepen (bewoners, werknemers, bezoekers, …) en de verschillende gebieden (kernstad, districtcentra, randparkings (P&B), stations, …)
• het uitwerken (nut, randvoorwaarden, gewenste omvang, haalbaarheid) van de verschillende instrumenten om dit te verwezenlijken.
Dit laatste dient in geval van een gunstige haalbaarheidsstudie, ook het uitwerken van een concept rond het aanbieden/verhuren van fietsen (public bikes) te bevatten.