Aangenomen wordt dat bij gezonde ouderen een combinatie van beweging en cognitieve training het cognitief functioneren kan verbeteren, maar er is nog onvoldoende bewijs of dit ook geldt voor ouderen met dementie. In het kader van een
promotie-onderzoek [niet open access] vorig jaar liet Esther G. A. Karssemeijer van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen in totaal 115 mensen met milde tot matig-ernstige dementie verschillende oefeningen doen.
De groep werd daartoe verdeeld in drieën. De ene groep fietste drie keer per week op een hometrainer, een andere groep deed hetzelfde maar dan op een hometrainer die was voorzien van een beweeggame in de vorm van een virtuele fietsroute. De derde groep deed alleen lichaamsoefeningen. Dat deden ze in totaal 12 weken, waarna gekeken werd wat het effect was.
Daaruit bleek dat sprake was van een duidelijke verbetering in snelheid van informatieverwerking in zowel de hometrainer-groep als de groep die daarbij een beweeggame volgde, vergeleken bij de groep die alleen lichaamsoefeningen deed.
Esther Karssemeijer: ‘Deze bevinding is relevant, omdat psychomotorische snelheid een belangrijke voorspeller is voor cognitieve achteruitgang.’
Fietsen met een beeldscherm blijkt overigens niet superieur aan fietsen zonder beeldscherm. De beweegcomponent van de interventie lijkt dus een belangrijke voorwaarde te zijn voor succes, aldus Karssemeijer. Wel zag men een trend voor een hogere therapietrouw in de fietsgroep met beeldscherm.