SAMENVATTING
Met een gemiddelde van negenhonderd fietskilometers per inwoner per jaar kan Nederland als een fietsland gezien worden. Het fietsgebruik is echter niet in heel Nederland hetzelfde. Er zijn grote verschillen in het fietsgebruik van Nederlandse gemeenten. Deze verschillen worden veroorzaakt door de ruimtelijke structuur, autonome factoren (zoals de weersomstandigheden) en door het fiets- en verkeersbeleid van verschillende gemeenten.
Het huidige gemeentelijke fietsbeleid is voornamelijk gericht op het fietsnetwerk. De vijf eisen voor een goed fietsnetwerk zijn: samenhangend, direct, aantrekkelijk, veilig en comfortabel. Dit fietsnetwerk levert een goede basis voor het fietsgebruik in Nederland maar de vraag is of het niet mogelijk is mensen vanuit een andere invalshoek te benaderen, om het fietsgebruik extra te stimuleren.
Door onderzoek te doen naar verbeterpunten of aanvullingen binnen het fietsbeleid van verschillende gemeenten kan er voor worden gezorgd dat gemeenten in de toekomst het fietsgebruik nog effectiever weten te stimuleren.
Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een ‘tool’ voor het opstellen van fietsbeleid binnen gemeenten om het fietsgebruik extra te stimuleren en te laten toenemen.
Uit diverse interviews (met dhr. Meeuwissen, mevr. Talens, dhr. ter Avest, mevr. Olde Kalter, dhr. van Boggelen, mevr. Spapé en dhr. Ligtermoet) blijkt dat het fietsnetwerk op dit moment een goede basis vormt voor het fietsgebruik in Nederland, maar dat extra infrastructurele verbeteringen niet of beperkt leiden tot een verhoging van het fietsgebruik. Een doelgroepgerichte benadering kan wel leiden tot een verhoging van het fietsgebruik. Hierbij gaat het om de doelgroepen die gebruik maken van de auto op momenten dat de fiets een goed alternatief biedt.
Er zijn vele verschillende doelgroepen mogelijk zoals mensen die naar hun werk gaan, naar school gaan, jongeren, allochtonen, ouderen etc. Om structuur aan te brengen kunnen de doelgroepen ingedeeld worden op basis van herkomst, rit en bestemming. Dit vormt de basis van het doelgroepenbeleid. Doelgroepen gebaseerd op de herkomst hebben met name te maken met verschillende persoonskenmerken. De doelgroepen met fietspotentie binnen het onderdeel herkomst zijn extern verkeer, nieuwkomers, verschillende leeftijdscategorieën, mensen van verschillende inkomensklassen, mensen met een laag opleidingsniveau en allochtonen. Fietsstimulerende maatregelen voor de herkomstdoelgroepen kunnen gericht zijn op specifieke wijken.
Doelgroepen gebaseerd op de rit hebben te maken met de infrastructuur of de vervoerswijze. Uit interviews is naar voren gekomen dat beleid gericht op het fietsnetwerk niet of beperkt tot een verbetering van het fietsgebruik leidt en daarom is de rit in dit onderzoek niet behandeld.
Doelgroepen met betrekking tot de bestemming hebben te maken met de bestemmingsorganisaties zoals het werk, de winkel en het onderwijs. Uit het onderzoek is een doelgroepenschema naar voren gekomen. In dit schema worden drie stappen doorlopen. De eerste stap is een optionele stap. Deze stap vermeldt de belangrijkste doelgroepen per beleidsdoelstelling. Wanneer er geen eenduidige beleidsdoelstelling is, of wanneer men al weet welke doelgroepen benaderd moeten worden kan deze stap overgeslagen worden.
De tweede stap geeft een overzicht van de verschillende doelgroepen. Deze doelgroepen verwijzen naar de bijbehorende oplossingsrichtingen die in de derde stap weergegeven worden. Deze oplossingsrichtingen worden kort toegelicht in een aparte bijlage.