Bicycle Oriented Development (BOD), een integraal planningsconcept voor stedelijke ontwikkeling waarin de fietsbereikbaarheid centraal staat, is ontwikkeld door Breda University of Applied Sciences (BUAS). Het vormt een verbinding tussen het ruimtelijke en verkeerskundige domein. Begin juni presenteerde Tour de Force de Handreiking Bicycle Oriented Development. Het doel van deze publicatie is om overheden inzicht te geven in hoe zij deze manier van fietsinclusieve planning kunnen aanvliegen en welke data en disciplines hiervoor nodig zijn.
Stappenplan
De methodiek van BOD bestaat uit vier stappen: Start, Verdieping, Met elkaar ontwerpen en Integraler plannen. In de eerste stap verkennen lokale en regionale actoren samen de ambities en uitdagingen. De tweede stap is gericht op het verkrijgen van inzicht in de fietsbereidheid in een gebied op basis van data. In de derde stap werken experts uit verschillende disciplines samen aan een ontwerp en in de vierde stap werken betrokken aan toekomstscenario’s en stellen ze een eindrapport op.
Overheden kunnen de resultaten van dit traject inzetten als middel om strategische keuzes te maken. Het geeft bijvoorbeeld inzicht in welke locaties zich het best lenen voor verdichting. Daarnaast verbindt BOD de ruimtelijke structuren en mobiliteitssystemen in de stad en is het daarmee een middel om integrale kwaliteit en samenwerking te borgen.
Praktijkstudie
Tour de Force nam in 2022 het initiatief tot een praktijkstudie waarin de BOD-systematiek in acht gemeenten en regio’s is toegepast, en werkte hierin samen met BUAS, StraTopo en APPM. Op alle locaties stond de koppeling tussen fiets en verstedelijking centraal, en tegelijk verschilde de opgave op dit gebied per locatie.
De resultaten van de studie laten zien dat de datagerichte aanpak van BOD een grote meerwaarde heeft voor de afstemming tussen fietsbeleid en woningbouwontwikkeling. Verder constateerden de onderzoekers dat voorzieningen op wijkniveau, zoals winkels en basisonderwijs, vaak voldoende bereikbaar zijn op de fiets, en dat de grote uitdaging ligt in de bereikbaarheid van voorzieningen op stedelijk en regionaal niveau, zoals stations en hoger onderwijs. Daarnaast zijn de effecten van infrastructuurverbeteringen, zoals fietsbruggen en -tunnels, sterk afhankelijk van de al aanwezige infrastructuur en hebben overheden niet altijd voldoende inzicht in deze effecten. Tenslotte liggen veel locaties voor woningbouwontwikkeling ten opzichte van voorzieningen op de grens van hoe ver mensen bereid zijn te fietsen. Fietsinfrastructuur van hoge kwaliteit kan mensen over de streep trekken om toch te gaan fietsen.