Wetenschappers van de SWOV en TU-Delft hebben in een Europa-brede
studie uitgezocht of en hoe fietsers uit het gedrag van een automobilist weten op te op te maken of die voorrang gaat verlenen.
Daartoe werd aan 1030 deelnemers uit diverse Europese landen online video’s getoond van negen verschillende kruipunten waarbij telkens het beeld kort werd bevroren. Aan de deelnemers werd gevraagd te voorspellen wat de bestuurder ging doen, waar ze dat uit konden afleiden en of ze zelf zouden inhouden in die situatie.
Hoe later het beeld bevroren werd, des te beter wisten fietsers te voorspellen wat een automobilist van plan was. Een hoge snelheid en acceleratie gaven daarbij vaak de doorslag. Als de snelheid laag werd ingeschat of als er werd afgeremd leidde dit nogal eens tot een onjuiste inschatting van het gedrag van de automobilist. Dat gold ook voor deelnemers die de voorrangsregeling lieten meetellen bij hun inschatting van het gedrag van de automobilist.
Een correcte inschatting dat de automobilist geen voorrang zou gaan verlenen, leidde er vaak toe dat de fietsers geneigd was af te remmen.
Hoewel de resultaten enigszins voor de hand lijken te liggen, kan men er wel wat mee, aldus de onderzoekers. Bijvoorbeeld in het kader van fietstraining. Fietsers zouden er bijvoorbeeld op gewezen kunnen worden dat als men een auto ziet afremmen, dit niet hoeft te betekenen dat de auto ook stopt.
Verder kan men fietsers er tijdens een training leren dat ze rekening moeten houden met onveilig gedrag of fouten van anderen en dat ze in zo’n situatie adequaat moeten reageren. Ook kan de weginfrastructuur zo ontworpen worden dat automobilisten niet hoeven af te remmen op een manier die voor fietsers verwarrend is. En voor de toekomst kan gedacht worden aan waarschuwingssystemen die fietsers helpen bij het voorspellen van automobilistengedrag. De eerste prototypen zijn al in ontwikkeling.