Het cijfers komen uit een onderzoek van de provincie Vlaams-Brabant, die door middel van tellingen en enquêtes een beeld opbouwde van de gebruikers van de route. De non-stop fietsroute van circa 31 km loopt parallel aan de HST-spoorlijn, door een aantal gemeenten en langs enkele stations, en sluit aan op het fietsroutenetwerk van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest.
In 2011 startte de dienst mobiliteit van de provincie met een pilootproject om te kijken hoe je door middel van geautomatiseerde tellingen het fietsverkeer nauwkeurig in beeld kunt brengen. Dat gebeurde zowel op vaste als mobiele telpunten. Daarbij werden niet alleen fietsers geteld, maar op basis van de afstand tussen de assen werden ook fietstypen onderscheiden, zoals kinderfietsen, jeugdfietsen, fietsen van volwassenen en bromfietsen. En op basis van een theoretische veronderstelling werd ook de verhouding tussen functioneel en recreatief fietsverkeer bepaald.
Eén van de conclusies is dat het bereik van de woon-werkfietser op de route aanzienlijk is, namelijk 18,71 km gemiddeld. De meerderheid van de ondervraagden legt meer dan 10 km af. 44,4% van de respondenten legt een afstand boven de 20 km af. Ook de gemiddelde berekende snelheid ligt hoog, met 24 km/uur als meest voorkomende waarde. Autoluw, rustig en comfort zijn de voornaamste troeven van de HST-route. Ook de breedte en het comfort van de HST-route spreekt de fietsers aan.
Behalve dat met de beproefde telmethodiek de ontwikkeling van het gebruik van de route is te volgen, hoopt men zo ook het effect van fietsbewegwijzering te kunnen meten.