Ruimtelijke inrichting en fietsgebruik

  • Soort:Onderzoeksrapporten
  • Auteur:Erik Feenstra - RU Groningen/AVV
  • Uitgever:AVV
  • Datum:15-08-1993

Stage-onderzoek naar de invloed van ruimtelijke verschillen tussen Groningen en Maastricht op het fietsgebruik.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • Is er een significant kwantitatief verband tussen elementen van de ruimtelijke inrichting in de twee middelgrote steden Groningen en Maastricht en het aandeel fiets in de modal split van beide steden. Hoe valt het grote verschil tussen het fietsgebruik in de steden Groningen en Maastricht te verklaren, lettende op de ruimtelijke inrichting enerzijds en anderzijds op de invloed van die ruimtelijke inrichting op het fietsgebruik in die steden?

    De gemeente Groningen valt op door een zeer groot aandeel van alle fietsverplaatsingen in het totaal van verplaatsingen. Van de 40 grootste gemeenten heeft Groningen het op één na hoogste fietsaandeel. Na een oorspronkelijke analyse aan de hand van 6 variabelen (omrijfactor fiets, het verschil tussen de omrijfactor fiets en de omrijfactor auto, de bevolkingsdichtheid in inwoners per km2, werkelijke afstand van de verplaatsingen in meters en de reistijdverhouding fiets/auto) is een aantal van deze variabelen significant gebleken voor wat betreft hun invloed op veranderingen in het fietsgebruik. Geconcludeerd kan worden dat bevolkingsdichtheid en de omrijfactor voor fietsverplaatsingen het grootste deel van de veranderingen in het fietsgebruik verklaren en dat de inrichtingskenmerken tezamen tenminste 80% van de invloed op verschillen in fietsgebruik veroorzaken.
    Het grote verschil tussen Maastricht en Groningen is het aandeel van de fiets in de modal split. Groningen is met 44% de stad met het een na hoogste fietsaandeel in alle verplaatsingen, terwijl in Maastricht slechts 25% van alle verplaatsingen per fiets worden gemaakt. Voor de analyse van de invloed van verschillende stedelijke kenmerken op het fietsgebruik is in eerste instantie gekozen voor een zevental variabelen (dezelfde als Groningen en 'leeftijd'). Zes hiervan maken als gevolg van voldoende betrouwbaarheid deel uit van de regressievergelijking. De factoren die de grootste invloed uitoefenen
    op verschillen in het fietsgebruik in Maastricht zijn de fietsafstand en de leeftijd van diegene die een verplaatsing maakt. In totaal verklaren de elementen van ruimtelijke inrichting in Maastricht maar een klein
    gedeelte van het fietsgebruik. Het logistisch-regressiemodel levert in 15% van de gevallen een juiste voorspelling van het fietsgebruik. Hieruit blijkt dat in Maastricht andere factoren dan ruimtelijke inrichting van groter belang zijn (bijvoorbeeld sociaal-culturele achtergrond).

    Wanneer het huidige beleid onder de loep wordt genomen, kan geconcludeerd worden dat in Groningen en Maastricht de keuzes zijn gericht op die aandachtspunten die voor beide steden het meeste resultaat kunnen opleveren. Groningen richt zich vooral op het aantrekkelijker maken van de fiets door het investeren in het fietspadennet (pull-maatregelen). Dit lijkt gerechtvaardigd gezien de grote invloed die veranderingen in ruimtelijke inrichting kunnen hebben op het fietsgebruik. In Maastricht wordt de aandacht vooral gericht op gedragsverandering en selectieve aanpak van knelpunten. Dit lijkt te kloppen met de gesignaleerde grote invloed van inrichtingsonafhankelijke factoren.
    Met betrekking tot het verschil in fietsgebruik tussen Groningen en Maastricht kan het volgende worden geconcludeerd. Er is al opgemerkt dat de invloed van verschillen in ruimtelijke inrichting op de variatie in het gebruik van de fiets in Maastricht slechts gering is. Impliciet is de invloed van andere factoren (bijvoorbeeld sociaal-culturele achtergrond) relatief groot. Het absolute verschil in fietsgebruik zal dan ook vooral daar gezocht moeten worden. Met betrekking tot ruimtelijke inrichting kan worden geconcludeerd dat het fietsverkeer in Maastricht, onder meer als gevolg van de deling van de stad door de Maas, meer nadelige invloed ondervindt van barrières. De omrijfactor is namelijk in Maastricht hoger dan in Groningen. Bovendien hoeft de auto in Maastricht relatief minder om te rijden dan de fiets.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Ruimtelijke inrichting en fietsgebruik

Scroll naar boven