Een samenwerkingsverband van The New Drive, Movares, Argaleo en BUAS, rekende met het simulatie-onderzoek twee toekomstscenario’s voor deelfietsen in de stad Eindhoven door: een marktgedreven scenario en een overheidsgedreven scenario. In het marktgedreven scenario ging men uit van kentallen van deelfietsgebruik in Rotterdam en Utrecht. Voor de casus Eindhoven kwam dit neer op 750 fietsen, 500 locaties en 350 duizend ritten. De tarieven zijn in dit scenario commercieel, er is geen intensief systeem van herverdeling van fietsen en de verspreiding van de deelfietsen over de stad is op basis van het huidige gebruik van de deelfiets in Eindhoven. In het overheidsgedreven scenario ging men uit van kentallen uit Antwerpen waar een overheidsgedreven deelfietssysteem bestaat. Toegepast op Eindhoven zijn dit 1840 fietsen, 140 locaties en 3 miljoen ritten. De tarieven zijn laag en de fietsen worden intensief herverdeeld over de stad. De verspreiding is breder over de stad, uitgaande van het aantal inwoners, arbeidsplaatsen, mate van stedelijkheid en huidig gebruik van de deelfiets.
 
Ruimtegebruik
Uit de simulaties volgden getallen over het aantal ritten op privéfietsen die zouden kunnen worden vervangen door één deelfiets. In een druk gebied, zoals op een station, zou in het marktgedreven scenario een deelfiets ongeveer hetzelfde aantal ritten doen als twee privéfietsen. In het overheidsgedreven scenario kan dit oplopen tot negen privéfietsen. Dat leidt ertoe dat er in het overheidsscenario een ruimtebesparing van 4472 m2 mogelijk is doordat er minder stallingsplaatsen nodig zijn, vooral in de drukkere gebieden, terwijl in het marktscenario juist meer ruimte nodig is voor geparkeerde fietsen.    
 
Kostenefficiëntie
De absolute kosten voor een marktgedreven systeem zijn lager, maar een overheidsgedreven systeem, met alleen gewone fietsen zonder trapondersteuning, is efficiënter per rit. Ook zijn de kosten per rit lager dan bij een systeem met alleen privéfietsen. In de berekeningen zijn de kosten voor het stallen van fietsen, de kosten van de aanschaf van fietsen en de exploitatiekosten voor een deelfietssysteem meegenomen.
 
Voorwaarden
De onderzoekers concluderen dat een overheidsgedreven deelfietssysteem meer positieve impact heeft op het aantal fietsritten per deelfiets en efficiënter ruimtegebruik bij stations, en daarmee meer bijdraagt aan de mobiliteitsdoelen van de gemeente Eindhoven dan een marktgedreven systeem. Voorwaarden daarvoor zijn wel dat de overheid zich voor langere tijd committeert aan het de organisatie en bekostiging van het systeem, actief stuurt op de betaalbaarheid en de betrouwbaarheid ervan, de deelfiets serieuzer meeneemt als bijdrage aan oplossing rond fietsparkeren en de ruimtelijke impact van een stadsbreed deelfietssysteem meer in detail onderzoekt.
 
Rapport
Het volledige onderzoeksrapport is hier te lezen of op de website van Natuurlijk!Deelmobiliteit, een samenwerkingsverband tussen 30 gemeenten, regio’s, provincies en het Rijk. Het voor dit onderzoek ontwikkelde simulatiemodel is na verdere ontwikkeling mogelijk ook toepasbaar op andere steden en regio’s.