Onderzoek veiligheid fietsverkeer op wegvakken gemeente Enschede

  • Soort:Onderzoeksrapporten
  • Auteur:bureau Goudappel Coffeng
  • Datum:19-03-1984

In dit onderzoek is met behulp van videobeelden en een snelheidsradar onderzocht&wat de invloed is van verschillende varianten van fietsstroken op het gedrag van fietsers en automobilisten.


 

Klik op de knop om de link te openen (opent in een nieuw venster)

downloaden
  • SAMENVATTING
    De gemeente Enschede heeft het Bureau Goudappel Coffeng BV opdracht gegeven om het effect te onderzoeken van aanliggende fietsvoorzieningen op de verkeersveiligheid. Aan het onderzoek dat is geinitieerd en gestimuleerd door een aantal inwoners van Enschede waaronder de heer H. Hesse is een
    vooronderzoek door de TH-Twente voorafgegaan waarin onderzoeksmethoden en technieken op hun toepasbaarheid zijn onderzocht. Het onderhavige onderzoek is in nauw overleg met de Dienst Openbare Werken en de Directie Verkeersveiligheid uitgevoerd en heeft zich gericht op aanliggende fietsvoorzieningen
    in de vorm van fiets- en suggestiestroken met een onderbroken streepmarkering. Het doel van het onderzoek is het vaststellen van het effect op de verkeersveiligheid van het ontbreken van, en de verschillen
    in aanliggende fietsvoorzieningen. De relatie met objectieve veiligheid en veiligheidsbeleving is in een aantal
    uitgangspunten geformuleerd.

    1. Wanneer de zijdelingse afstand tussen de gemiddelde posities in het dwarsprofiel (dwarspositie) van de categorieën snel en langzaam verkeer toeneemt, neemt de ongevalskans af.
    2. Wanneer het resprect voor de elkaar toegewezen stroken toeneemt, neemt de ongevalskans af.
    3. Wanneer het snelheidsverschil tussen snel en langzaam verkeer bij verschillende voorzieningen (binnen hetzelfde profiel) afneemt, neemt de ongevalskans af.
    4. De kans op conflicten ten gevolge van parkeergedrag neemt af, als het aantal parkeerbewegingen afneemt.
    Aan de hand van deze uitgangspunten zijn een aantal hypothesen geformuleerd met betrekking tot de objectieve veiligheid en de veiligheidsbeleving. In het onderzoek dat steeds voor en na het aanbrengen of wijzigen van een voorziening is uitgevoerd, is gebruik gemaakt van de volgende technieken:
    - metingen met behulp van video voor bepaling van de dwarspositie van auto- en fietsverkeer, alsmede voor het vaststellen van wederzijds gebruik van de stroken;
    - radarmetingen voor bepaling van de snelheidsverschillen bij de verschillende voorzieningen;
    - parkeeronderzoek voor vaststelling van het parkeergedrag;
    - wegenenquéte (brom)fietsers voor vaststelling van de veiligheidsbeleving.
    Voorts zijn de ongevallengegevens verzameld en globaal geanalyseerd en zijn intensiteitstellinge gehouden.
    Voor het onderzoek zijn vier wegvakken die deel uitmaken van het hoofdwegennet geselecteerd, waarop de situaties met verschillende stroken zijn onderzocht:

    Uit analyse van de onderzoeksresultaten blijkt dat het aanbrengen en verbeteren van fietsvoorzieningen op het gedrag van fietsers maar weinig invloed heeft. De voorzieningen veranderen vooral het gedrag van de automobilist. De grootste verandering kan worden geconstateerd als op een wegvak zonder voorzieningen een suggestie- of fietsstrook met onderbroken streepmarkering wordt aangebracht. Een verbetering van de "objectieve" veiligheid ontstaat doordat de automobilist op grotere onderlinge afstand van de fietser gaat rijden. Doordat de fietsers en automobilisten een eigen strook toegewezen hebben gekregen en een automobilist beter wordt geleid blijkt de snelheid echter toe te nemen. Uit de enquête blijkt dat een grotere
    groep fietsers zegt op het wegvak "niets onveilig te vinden", dat de cijferwaardering voor het wegvak toeneemt en dat de groep fietsers die hinder ondervindt van rijdend autoverkeer kleiner wordt.
    Wanneer vervolgens op de wegvakken de suggestie- of fietsstroken worden verbreed blijkt noch het gedrag noch de waardering van fietsers te veranderen. Voorzover het de dwarspositie betreft wijzigt ook het gedrag van de automobilist zich nauwelijks, de snelheid neemt echter verder toe. Tenslotte zijn op twee wegvakken (Oldenzaalsestraat, Gronausestraat) de fietsstroken bij gelijkblijvende breedte van een rode toplaag voorzien. Op de smalle rode fietsstrook (1,45 meter) in de Oldenzaalsestraat kan uit een lichte stijging van het aantal overschrijdingen worden afgeleid dat de fietsers zich wat vrijer bewegen. Uit de enquête op dit wegvak blijkt dat er geen noemenswaardige wijziging in de waardering ontstaat. Het gedrag van de automobilist wijzigt op dit wegvak niet. Op de brede rode fietsstrook (2,05 meter) in de Gronausestraat blijkt de dwarspositie van de fiets toe te nemen. Dit effect valt weg tegen de eveneens groter geworden
    dwarspositie van de personenauto. De onderlinge afstand tussen vrachtauto's en fietsers geeft een verbetering te zien, maar de snelheid van het autoverkeer neemt toe. De metingen tonen het effect van rode voorzieningen aan maar er kan in verband met de korte afstand tot het kruispunt geen algemene geldigheid aan worden ontleend. Of het realiseren van suggestie- of fietsstroken een positief effect heeft op de verkeerveiligheid kan niet geheel eenduidig worden vastgesteld. De toename van de onderlinge afstand en het beter volgen van een strook kunnen als positief worden aangemerkt, terwijl de toename van de snelheid van het autoverkeer als een negatief aspect telt. Een wegingsmethode voor deze beide effecten kan in het kader van deze studie niet worden ontwikkeld. Gezien het positieve oordeel van de fietsers over de aangebrachte fietsvoorzieningen slaat de balans vooralsnog door naar een voorkeur voor het aanbrengen van fietsvoorzieningen, zelfs als maar een beperkte breedte beschikbaar is. Op grond van de onderzoekresultaten worden de aanbevelingen gedaan voor de toe te passen maatvoering van aanliggende fietsvoorzieningen en wordt ingegaan op aspecten die nader onderzoek behoeven.

    In het onderzoek wordt een ernstige discrepantie vastgesteld tussen de geconstateerde gedragingen van fietsers en de wettelijk geldende regels: Fietsers gebruiken op grote schaal de autostrook wat zelfs bij een onderbroken streepmarkering niet is toegestaan. Aanbevolen wordt de wettelijke regels aan te passen en zolang dit niet is gebeurd in plaats van fietsstroken met een onderbroken streepmarkering suggestiestroken te realiseren.

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Onderzoek veiligheid fietsverkeer op wegvakken gemeente Enschede

Scroll naar boven