Heuvelop en met tegenwind trappen fietsers harder

  • Soort:Nieuws Fietsberaad
  • Datum:10-09-2025
Op korte hellingen en met tegenwind leveren fietsers meer vermogen dan verwacht op grond van hun gewenste snelheid op vlak terrein. Ze lijken daarmee te compenseren voor het verlies aan snelheid. Dit is een van de conclusies uit wetenschappelijk onderzoek onder fietsforensen en met geïnstrumenteerde fietsen, uitgevoerd in Zweden en Duitsland.

Aan het onderzoek namen in totaal 57 fietsforensen deel, 28 in Linköping en 29 in Wuppertal. Zij legden op hun eigen fiets, die door de onderzoekers werd voorzien van sensoren om onder meer snelheid, vermogen en windsnelheid te meten, een vastgesteld parcours af. In Linköping was dit een heuvelend traject van 5 kilometer met hellingspercentages tot 6 procent en in Wuppertal een traject van 3,2 kilometer met langere en steilere hellingen - tot wel 13 procent. Ook afdalingen, bochten en kruispunten maakten deel uit van de testrondes, die buiten de spits werden afgelegd. De deelnemers kregen de instructie om in het tempo te fietsen waarop ze op een normale dag naar hun werk zouden fietsen.
 
Gewenste snelheid
De basis van de metingen was het vaststellen van de gewenste snelheid van de fietsers: de snelheid en het vermogen waarvoor ze kiezen op een vlak stuk weg, zonder hinder van andere verkeersdeelnemers en zonder invloed van wind. De onderzoekers konden dan het fietsgedrag in bochten, op hellingen en op kruispunten met deze basisgegevens vergelijken. Uit de analyse van de gegevens uit dit experiment bleek dat de snelheid en het vermogen sterk varieert tussen individuele fietsers en door karakteristieken van de infrastructuur en de omgeving.
 
Heuvelop en tegenwind
Hellingen en tegenwind hadden een significante invloed hadden op het fietsgedrag. Hoewel de snelheid omlaag gaat bij het klimmen en het tegen de wind in fietsen, gaan het vermogen en de hartslag omhoog. De fietsers leverden dus een grotere inspanning dan bij hun gewenste snelheid op een vlakke weg. Ze lijken daarmee te compenseren voor het verlies aan snelheid. De mate waarin ze dat doen verschilde tussen de deelnemers, waarschijnlijk afhankelijk van fysieke capaciteiten, voorkeuren en kenmerken van hun fiets. In Wuppertal, waar de beklimmingen langer waren, leverden alleen de jongeren een hoger vermogen.
 
Afdalen
Waar de variatie in snelheid tussen de deelnemers bergop kleiner was dan gemiddeld was die bij afdalingen juist groter. Vooral de mannelijke deelnemers en deelnemers met een hoge gewenste snelheid trappen bij in de afdaling, mogelijk om de vertraging door de voorgaande beklimming te compenseren en de volgende heuvel met een hogere snelheid te beginnen. Op de langere afdalingen in Wuppertal was het effect minder en vond men de afdalingen mogelijk meer risicovol. In deze studie zijn geen metingen van remactiviteit meegenomen.
 
Individuele verschillen
Meer dan de helft van de verschillen in snelheid en vermogen is volgens de analyse van de data toe te schrijven aan individuele verschillen van de fietsers, waarbij geslacht de belangrijkste indicator was. Daarnaast waren hellingen, bochten, aanwezigheid van kruispunten en wind de belangrijkste verklaringen voor de gemeten verschillen.
 
Planning en modellen
Volgens de onderzoekers is een beter begrip van de snelheidsdynamiek, fysieke inspanning en tactisch gedrag op hellingen, in bochten en op kruispunten belangrijk voor een betere planning van verkeer en infrastructuur, het opstellen van modellen voor de simulatie van fietsverkeer en de optimalisatie van de motor van een e-fiets voor lastige omstandigheden.
 
De resultaten van het onderzoek zijn in september gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Cycling and Micromobility Research.
 
 

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Heuvelop en met tegenwind trappen fietsers harder

Scroll naar boven