Het is tijd om lokale stimuleringsprojecten op te schalen

  • Soort:Nieuws Tour de Force
  • Datum:27-02-2017

Hoewel het in de grote steden soms lijkt of iedereen al op de fiets zit, is het fietsgebruik onder kinderen, vrouwen en ouderen veel minder hoog dan het zou kunnen zijn.


In een verkennend onderzoek in opdracht van de Gezondheids- en participatieploeg van de Tour de Force signaleert Hugo van der Steenhoven onder meer dat in zogenaamde achterstandswijken, waar veel mensen wonen met een lagere opleiding en een lager inkomen, aanzienlijk minder wordt gefietst. In Rotterdam Zuid (200.000 inwoners) bijvoorbeeld fietst 50% nooit en bezit slechts 58% een fiets, tegen 90% bij mensen met een hoog inkomen. De deelname aan het verkeersexamen op de basisschool loopt in dergelijke wijken sterk terug.
De gemiddelde leeftijd van kinderen die zelfstandig naar school gaan is toegenomen van zes naar negen jaar en 30 tot 40% van de kinderen op de basisschool wordt met de auto gebracht.
Dat heeft ook invloed op de volksgezondheid. Ter illustratie: een bewoner uit Overvecht heeft minder jaren ‘gezond ervaren levensjaren’ dan een bewoner van de aangrenzende wijk Tuindorp waar kinderen en volwassenen fietsen bijna allemaal fietsen.
De cijfers laten zien dat er nog veel te winnen valt als het fietsen onder dergelijke groepen op een hoger plan wordt gebracht.

BMX-fietsschool
Daartoe lopen in Nederland op kleine schaal al de nodige nuttige projecten waarbij uiteenlopende doelgroepen aan het fietsen worden gebracht, van School op Seef tot de fietslessen van VVN, de Fietsersbond en de ANWB en van verschillende steden die zelf een aanpak hebben opgezet. Daarnaast zijn er veel initiatieven ‘van onderop’, zoals Mama Agatha, de BMX-fietsschool en talloze kleine initiatieven die vooral op vrijwilligers draaien.
Voor de Tour de Force is de taak weggelegd om dergelijke initiatieven een grotere verspreiding te geven waardoor ze een substantiële impact kunnen krijgen op het fietsgebruik, aldus stelt Van der Steenhoven. Een verkenningsronde onder een aantal experts op dit terrein maakt duidelijk waarom dat nog niet gebeurt. Kort gezegd: onbekend maakt onbemind. ‘Er is behoefte aan een netwerk van maatschappelijke organisaties, gemeenten en kennisinstituten dat kennis deelt, goede voorbeelden uitwisselt en de kwaliteit van fietsstimuleringsacties/fietslessen verhoogt.’

Projecten die zeker hoog zullen scoren om te worden opgeschaald zijn volgens Van der Steenhoven de gecombineerde aanpak van de steden Utrecht en Den Haag en de BMX-school in Rotterdam Zuid.
Utrecht omdat ‘Utrecht fietst’ een aanpak heeft ontwikkeld die op veel scholen werkt én veel vrouwen uit andere culturen bereikt. En last but not least: aantoonbaar effectief is. Den Haag investeert in fietsstimulering en heeft de aanpak verankerd in het gemeentelijk beleid.
De BMX -school kiest voor een benadering die op veel ‘zwarte’ scholen aanslaat, een combinatie van uitdagende sport- en fietseducatie/les.
Meer algemeen moet de verkeersveiligheid rond scholen worden verbeterd, zo benadrukt Van der Steenhoven verder. ‘Zorg voor veilige loop- en fietsroutes naar school want het ontbreken hiervan is voor veel ouders een reden om hun kinderen niet zelfstandig lopend en fietsend naar school te laten gaan.’

Omgevingsvisie  
Verder biedt de nieuwe omgevingsvisie die gemeenten en provincies moeten gaan maken kansen voor gezondheid en bewegen. Het is dan vooral belangrijk om bij de inrichting van de openbare ruimte gezondheid en bewegen een prominente plek te geven, zodat maatregelen die bijvoorbeeld lopen en fietsen stimuleren eerder worden gerealiseerd. Wat hierbij kan helpen is de realisatie van een fietsloket in samenwerking met het Ministerie van I&M en IPO/VNG om gemeenten en provincies te ondersteunen om bewegen en fietsen goed in de omgevingsvisie te krijgen. 

 

Dit is een nieuwsbericht van Tour de Force 2020.

Naar Tour de Force 2020

Relevantie

Terug naar 'Kennisbank'
Submenu openen

Het is tijd om lokale stimuleringsprojecten op te schalen

Scroll naar boven