Het onderzoek omvatte 263 450 woon-werkers in loondienst of zelfstandig werkzaam, die regelmatig naar een werkplek reisden. Gekeken werd of ze een actieve vervoersvorm gebruikten (lopen, fietsen, tenminste voor een deel van de reis) dan wel een niet-actieve vervoerwijze (auto en alleen ov). Daarnaast werd een groot aantal persoonlijke kenmerken meegenomen in het onderzoek; behalve geslacht en leeftijd ook zaken als roker/niet-roker, BMI, soort werk, al dan niet een zittend leven, ziektegeschiedenis, enzovoort.

De gegevens werden afgezet tegen het vóórkomen van bepaalde ziekten en oorzaken van overlijden. In totaal overleden 2430 deelnemers, 3748 kregen kanker en 1110 hadden last van hartproblemen.

Uit het onderzoek – dat is gepubliceerd in het British Medical Journal – blijkt dat regelmatig fietsen het risico om vroegtijdige te overlijden met 41 procent vermindert. Het risico op kanker loopt terug met 45 procent en de kans op een hartkwaal met 46 procent.

De gemiddelde afstand die de fietser in het onderzoek aflegden bedroeg circa 50 km per week. Lopen leidt vooral tot minder hart- en vaatziekten. Het effect op andere ziekten is minder dan bij fietsen.